Buitenland

Armoede grootste zorg van Britse christenen (maar dat is niet het enige)

Groot-Brittannië wordt een koninkrijk vol onrecht. De elite spreekt over gelijkheid, maar creëert juist ongelijkheid. Christenen vallen namelijk buiten de politiek-correcte diversiteit.

Evert van Vlastuin

7 May 2015 06:47Gewijzigd op 15 November 2020 18:45
Het zogeheten homohuwelijk is in Groot-Brittannië verbonden aan veel rechtszaken waarin christenen stellen in de vrijheid van hun geweten te zijn aangetast. Foto: demonstratie bij het parlement in Londen. beeld AFP
Het zogeheten homohuwelijk is in Groot-Brittannië verbonden aan veel rechtszaken waarin christenen stellen in de vrijheid van hun geweten te zijn aangetast. Foto: demonstratie bij het parlement in Londen. beeld AFP

Dat is het verwijt van Ann Widde­combe (1947). Als parlementslid en minister voor de Conservatieve Partij vocht zij meer dan twintig jaar voor het behoud van traditionele waarden. Sinds haar vertrek uit de politiek, in 2010, is ze verbijsterd over de snelle ver­anderingen, met de openstelling van het homohuwelijk in 2013 als dieptepunt.

Ze verbaast zich er niet over dat een resolutie tegen intolerantie in de Raad van Europa begin dit jaar vooral voorbeelden uit haar land aanhaalt van discriminatie van christenen. „Het aantal kwesties heeft zich opgestapeld. En ze hebben zonder uitzondering te maken met de zogeheten gelijkheids­wetten.”

Het heeft haar geërgerd dat er aan de wet op het homo­huwelijk geen gewetensclausule is toegevoegd. „Als gevolg daarvan is een manager van een woningbouwvereniging die op zijn persoonlijke Facebookpagina schreef dat hij het homohuwelijk afwees, geconfronteerd met demotie. De rechter heeft dat wel veroordeeld, maar de man zit nog steeds zonder werk, want herstel van de arbeidsrelatie was niet meer mogelijk.

Lang voordat er van het homohuwelijk sprake was, werd een echtpaar anderhalf uur lang door de politie verhoord omdat ze iets hadden gezegd over seksuele onreinheid. Ook straatpredikers komen geregeld in de problemen, omdat hun boodschap als kwetsend wordt ervaren. Wat voor land is dit, waar mensen hun mening niet meer mogen uiten over sociale en politieke aangelegenheden? Het lijkt de Sovjet-Unie wel.”

Dit soort zaken geeft veel onrust onder christenen, zegt ze. „Mensen durven geen ”God bless you” meer te zeggen tegen een collega, want die ander zou zich eens beledigd kunnen voelen. Werkgevers die moslims toestaan een hoofddoek te dragen, staan christenen niet toe een kruisje op te spelden. Al dat soort politiek-correcte beperking en.”

Intussen zijn mensen wel vrij.

„Nee. Je bent overgeleverd aan de grillen van je werkgever. Die bepaalt wat je rechten zijn en waar de grenzen liggen. Die bepaalt of je je als christen mag uiten. Zo behoort het niet te zijn.”

De wet beschermt als het goed is alle burgers. Hebben christenen dan bijzondere bescherming nodig?

„Nee, er is gelijkheid nodig. Christenen hebben nu geen enkele bescherming. De overheid moet bij wetten die grote weerstand oproepen ten minste een clausule voegen die tegenstanders beschermt, zodat ze niet hoeven meewerken aan zaken die tegen hun geweten ingaan.”

In veel kritiek komt het homo­huwelijk terug. Is dat de kern van de zaak?

„Nee, maar dat levert momenteel wel de meest opvallende rechtszaken op. Denk aan de bakker in Noord-Ierland die geen taart wil maken voor een campagne voor het homohuwelijk. Hem wordt discriminatie van homoseksuelen verweten. Het is belangrijk dat deze zaken goed worden opgelost, want het gaat hier om gelijkberechtiging in de samenleving. En om echte diversiteit.”

Dagblad The Guardian schreef onlangs dat Britse christenen niet over vervolging moeten spreken, omdat de tegenwind die ze in de „beschaafde samenleving” ervaren niet te vergelijken is met die in vele andere landen.

„Wat ontzettend flauw is dat. Dat is hetzelfde als tegen een gewonde soldaat zeggen dat-ie nog niet gesneuveld is, en dat-ie daarom niet moet zeuren. Natuurlijk is het in Syrië veel erger. Maar discriminatie van christenen bestaat niet alleen in Syrië.”

Alle partijen spreken deze keer in hun verkiezingsprogramma prominent over religieuze vrijheid. Stelt u dat gerust?

„Nee, die programma’s staan vol misleidende onzin. Er is geen enkele partij die een gewetens­clausule voorstelt. Je kunt wel mooi spreken over „christelijk erfgoed” en zo, maar dat is allemaal lippendienst. Op scholen wordt nauwelijks nog echt geleerd wat het christendom inhoudt. Met als gevolg dat kinderen niet meer in staat zijn het bekende gedicht ”Paradise lost” van Milton te begrijpen.”

Labourleider Miliband is onlangs tijdens een bijeenkomst in een kerk geconfronteerd met dit soort kritiek, en hij heeft beloofd „ernaar te kijken.” Stelt dat u gerust?

„Natuurlijk niet. Hij heeft veel eerder de kans gehad ernaar te kijken, en toen heeft hij elke maatregel tegen gewetensdwang verworpen. Van de huidige partijleiders vertrouw ik niemand op dit punt. Er zijn enkele afzonderlijke kandidaten die er zicht op hebben, maar van de leiders geen een.”

U was zelf meer dan twintig jaar parlementslid voor de Conservatieven. Vertrouwt u de leider van die partij wel?

„Op dit punt niet, nee. David Cameron zei dat iedereen vrij moest zijn om religieuze symbolen te dragen, terwijl zijn eigen ministers voor het Europees hof in Straatsburg het tegengestelde verdedigden. Het enige wat hij heeft gedaan, is in de wet op het homohuwelijk een clausule opnemen die de Church of England ervan vrijwaart deze huwelijken te sluiten. Op zichzelf is dat goed, hoewel er veel scepsis over de houdbaarheid van deze regel bestaat.

Verder heeft Cameron niets gedaan. Er zijn organisaties buitengesloten van het huren van ruimtes, rooms-katholieke adoptieorganisaties moesten hun kantoren sluiten omdat ze geen kinderen bij paren van gelijk geslacht wilden onderbrengen, en nog vele kwesties meer. En wat deed premier Cameron? Helemaal niets.”

Voor Cameron zelf is het zogeheten gelijke huwelijk een uithangbord. Hij wil hiermee de geschiedenisboeken in.

„Dat klopt. Maar meer dan de helft van zijn eigen Conservatieve fractie was tegen. Andere partijen moesten hem helpen de wet erdoor te krijgen.

Ik denk ook niet dat die wet terug te draaien valt. Wel weet ik dat velen om deze reden de partij hebben verlaten.”

U zegt dat er wel afzonderlijke kandidaten zijn die openstaan voor uw kritiek. Zijn dat er voldoende om invloed te hebben?

„De kunst zal zijn zich te bundelen en hun stem laten horen. Maar dat moet wachten tot na de verkiezingen de kalmte weer terug is.

Ik stel mij voor dat parlementsleden van diverse richtingen en overtuigingen de handen ineenslaan om een goed voorstel voor een gewetensclausule te schrijven. Die is niet alleen voor christenen, maar voor alle groepen. Ik vermoed dat daar een brede coalitie voor te vormen is.”

U zegt dat het belangrijk is dat christenen de vele rechtszaken winnen. In hoeverre zijn rechters ook niet evenzeer politiek correct?

„Ik heb in elk geval meer vertrouwen in de onafhankelijkheid van rechters dan in die van politici. Zij passen de wet toe zoals die er ligt en luisteren naar argumenten van alle partijen.”


Peiling: armoede grootste zorg van Bijbel­getrouwe christenen

Amelia Abplanalp trok de afgelopen maanden langs talloze kerken in Engeland. Namens de Britse afdeling van de Evangelische Alliantie had zij de taak christenen op te roepen om morgen te gaan stemmen. Maar vooral zouden ze persoonlijk moeten kennismaken met het parlementslid in het eigen kiesdistrict.

Moeilijk is dat niet, zegt Abplanalp. „De meeste parlementsleden hebben op vrijdagmiddag een spreekuur in hun district. Dan kun je binnenvallen en vragen hoe hun werkweek was. Toon vooral waardering voor hun inzet voor het land. En vergeet niet te vragen of er dingen zijn waarvoor je kunt bidden.”

Een bezoek maakt altijd meer indruk dan een mailtje. En politici stellen positieve belangstelling op prijs. „De werkelijkheid is dat ze doorgaans voornamelijk kritiek krijgen. Als christenen laten zien dat ze werkelijk om iemand geven, is dat geweldig. Ook ongelovige parlementsleden zullen dat waarderen. Zij vertegenwoordigen immers ook gelovige mensen. Belangrijk is natuurlijk wel dat christenen werkelijk belangstelling tonen, en zich niet bij voorbaat veroordelend opstellen.”

Vorig najaar hield de Evangelical Alliance een enquête onder 2000 leden. Daaruit bleek dat zij het meest inzitten over armoede. Daarop volgt de zorg over de vrijheid van (religieuze) meningsuiting. Op de derde plaats staat mensenhandel. Verzet tegen de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen en zaken als euthanasie volgen pas op de vierde en de vijfde plaats.

Een bont palet aan onderwerpen, geeft Abplanalp toe. „Al deze dingen hoorde ik de afgelopen maanden terug in kerken.”

Wie vanuit deze thema’s naar de politieke partijen kijkt, ziet dat een keus niet makkelijk is. „Alle partijen zijn tegen armoede en voor vrije meningsuiting. Dat is dus lastig kiezen. Er is maar één partij tegen het homohuwelijk, en dat is UKIP. Maar die partij staat weer heel negatief tegenover vluchtelingen en ontwikkelingssamenwerking.”

Het is dan ook geen wonder dat de politieke stem van Bijbelgetrouwe christenen heel verschillend uitvalt. In de peiling van vorig jaar vroeg de Evangelical Alliance naar de keus bij de vorige verkiezingen in 2010. Toen stemde 40 procent Conservatief; nu nam zich slechts 28 procent voor dat te herhalen. De Liberaal-Democraten kregen de vorige keer 29 procent; nu nog maar 11 procent. Labour steeg echter van 22 naar 31 procent. Dat gold ook voor UKIP: van 2 naar 12 procent.

Abplanalp: „Enkele weken geleden hebben we de peiling op kleine schaal herhaald, en toen waren de Conservatieven ietsje bijgetrokken. Maar die partij zal op groot verlies moeten rekenen, waarschijnlijk vanwege het homohuwelijk.”

In de onderzoeken geeft wel 99 procent van de mensen aan te gaan stemmen. Dat is uitzonderlijk hoog, zegt Abplanalp. „De opkomst bij verkiezingen lag de vorige keer op 65 procent. Als er dan een groep van 2 miljoen christenen is die vrijwel allemaal gaan stemmen, is dat een behoorlijke factor.”

Het is nu nog niet duidelijk welke belangrijke onderwerpen er de komende termijn op de parlementaire agenda staan, zegt de woordvoerster van de Evangelical Alliance. „Hulp bij zelfdoding zou kunnen terugkomen. Op dat soort punten zullen wij zeker lobbyen in de richting van de regering. De afgelopen termijn konden we invloed uitoefenen op de gokwetgeving. Maar de echte politieke agenda wordt pas duidelijk zodra het coalitieprogramma er is.”

Waarden

Eén punt is al wel helder, en dat is dat er meer duidelijkheid moet komen over de status van de zogeheten Britse waarden die vorig jaar in het onderwijs zijn ingevoerd. „Dat hoort bij de inzet tegen radicalisering van moslims. Het onderwijs moet zaken als de gelijkheid van man en vrouw gaan onderstrepen. Er zijn al signalen dat dit ook christenen raakt. Er is een geval bekend dat de onderwijsinspectie bij leerlingen op een christelijke school controleert of ze voldoende weten over seksuele gelijkheid. Maar gaat de staat nu bepalen wat onze waarden zijn? Dat roept nog veel vragen op.”

Politieke kwesties rond abortus en de zorg voor het leven worden door partijen vaak als gewetenszaken beschouwd. Dat betekent dat parlementsleden zelf mogen bepalen hoe ze stemmen, zonder druk vanuit de partij. De Evangelical Alliance roept kiezers op de kandidaten in hun district te vragen hoe ze hierover denken. „Parlementsleden hebben de neiging met de algemene wind in de partij mee te stemmen. Daarom is het belangrijk dat ze zich al voor de verkiezingen duidelijk uitspreken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer