„Draagvlak voor dodenherdenking kan nog groter”
ROTTERDAM (ANP). Het draagvlak voor de dodenherdenking kan de komende jaren nog groter, denkt voorzitter Joan Leemhuis-Stout van het Comité 4 en 5 mei. „Nu vindt bijna 80 procent de jaarlijkse herdenking belangrijk tot heel belangrijk. Het zou een mooi streven zijn als dat percentage in 2020 tussen de 85 en 90 procent ligt.” Om dat te bereiken moet er antwoord komen op allerlei ontwikkelingen die zich nu voordoen, vindt Leemhuis.
De eerste generatie oorlogsgetroffenen verdwijnt binnen afzienbare tijd en ondertussen is ook de samenstelling van de maatschappij veranderd. Inmiddels zijn er 2 miljoen nieuwe Nederlanders. En voor veel mensen zijn ook huidige oorlogen belangrijk om op 4 mei bij stil te staan. Toch blijft de Tweede Wereldoorlog centraal staan bij de nationale herdenking op 4 mei, zegt het comité in zijn visie.
„Die oorlog is voor ons nu eenmaal veelzeggend”, aldus Leemhuis. „Die staat niet alleen voor een aanval op onze democratie en rechtstaat, maar ook voor een verwerpelijke ideologie van uitsluiting en uitroeiing. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei wil invulling geven aan een nationaal bewustzijn van ‘dat nooit meer’.”
Het komend jaar gaat het comité zijn beleidsvisie vertalen in concrete plannen. „We moeten meer investeren in herdenken met generaties die de Tweede Wereldoorlog niet hebben meegemaakt.” Hierbij zijn volgens Leemhuis ook het internet en de digitalisering van belang. „Op die manier kunnen we mensen ook bereiken bij het herdenken en vieren. Wat al bestaat, is de jaarlijkse twitterstilte.”
De komende jaren staat het vertellen van verhalen over vrijheid en onvrijheid centraal. De persoonlijke en vaak lokale verhalen zijn voor Leemhuis nog steeds de ideale manier om uiteindelijk de grote gebeurtenissen voor het voetlicht te krijgen. „Bij persoonlijke verhalen gaan mensen vragen stellen om uiteindelijk bij die grote gebeurtenissen als de Tweede Wereldoorlog uit te komen.”
Ook gaat het comité contact zoeken met het onderwijs. „Op de middelbare school graaf je heel diep in een onderwerp, maar van het algemene verhaal weten de leerlingen dan weer minder. Als je de herinnering wilt laten voortleven, moet je je soms ook afvragen wat daar in het onderwijspakket over wordt gepresenteerd. Sluit dat wel goed op elkaar aan?”
In zijn visie geeft het comité aan dat ook over de zwarte pagina’s uit onze overlevering moet worden verteld. „Ook dat aspect maakt deel uit van onze oorlogsgeschiedenis. Maar de daders zullen we op 4 mei niet herdenken. De slachtoffers blijven centraal staan.”