Minister Jet Bussemaker heeft daar een wetsvoorstel voor gemaakt dat vrijdag voor advies is rondgestuurd. Ze wil tegengaan dat organisaties zich voordoen als erkende onderwijsinstelling terwijl ze dat niet zijn. Ook stellen ze hun studenten soms een graad in het vooruitzicht terwijl ze die niet mogen afgeven.

Daarmee houden ze zowel studenten als werkgevers voor het lapje, vindt de minister. „Dit soort organisaties maakt misbruik van de goede naam van het Nederlandse hoger onderwijs. Ze vragen geld en tijd van studenten voor een diploma dat niets waard is. Dat is heel slecht voor studenten, ze moeten weten waar ze aan beginnen. Dit mag niet onbestraft blijven; het heeft al veel te lang geduurd.”

Twee jaar geleden kwam de Alhuraa Universiteit in Den Haag in opspraak omdat de instelling lange tijd diploma’s had verstrekt die niet erkend zijn. Bij de rechter voerde de advocaat van de universiteit toen aan dat het niet strafbaar is om deze diploma’s uit te geven. Maar de universiteit kreeg een boete van 50.000 euro voor valsheid in geschrifte en oplichting met diploma’s. Een studente kreeg ruim 4500 euro omdat ze drie jaar lang kosten had gemaakt voor een studie die achteraf niets waard bleek.

Er zijn wel uitzonderingen. Zo mogen de Kleuteruniversiteit, de Universiteit van Nederland, de Volksuniversiteit en sommige nevenvestigingen van erkende Europese instellingen weer wel.

Overtredingen kunnen leiden tot een boete van maximaal 810.000 euro of 10 procent van de jaaromzet.