Ze publiceerden hun bevindingen vorige week in het tamelijk onbekende onlinetijdschrift Protein and Cell. Deze week werd duidelijk dat de twee belangrijkste wetenschappelijke bladen Science en Nature het artikel hebben geweigerd, onder meer vanwege de ethische bezwaren die er aan dit soort onderzoek kleven.

De Chinese wetenschappers gebruikten voor hun studie 86 embryo’s die bij ivf waren ontstaan en niet levensvatbaar waren omdat de eicel was bevrucht door twee zaadcellen. Bij eencellige embryo’s wilden ze een specifiek gen uit het DNA knippen en vervangen door een ander gen. Na 48 uur, het moment dat de embryo’s een achtcellig stadium hadden bereikt, bleken 71 embryo’s nog in leven te zijn. Van 54 werd het DNA onderzocht; bij 28 bleek het bewuste gen succesvol te zijn verwijderd. Bij slechts een fractie van de embryo’s was dit vervangen door het nieuwe gen. Het is daarmee niet bruikbaar in de praktijk, aldus de onderzoekers. Het succespercentage moet daarvoor rond de 100 procent liggen,

Onder wetenschappers is veel discussie over de verandering van erfelijk materiaal van embryo’s. Sommigen zien het als een manier om erfelijke aandoeningen te ‘repareren’. Veel wetenschappers vinden het ethisch gezien een brug te ver, onder andere omdat de veranderingen worden doorgegeven aan het nageslacht en zo’n ingreep in het erfelijk materiaal onbedoeld ernstige neveneffecten kan hebben.