Woningbeleid in Rotterdam strenger
De gemeente Rotterdam gaat burgers die zich inschrijven voor een woning voortaan streng controleren. Om illegale overbewoning, uitkeringsfraude en huisjesmelkerij aan te pakken is maandag een proefproject begonnen in enkele onveilige gebieden in Rotterdam-Zuid.
Iedereen die zich in deze zogenoemde ”hotspots” wil inschrijven, krijgt bezoek van ambtenaren die de inschrijfgegevens controleren. Ook de gegevens van de andere bewoners en de staat van het pand worden onder de loep genomen. Pas als alle zaken in orde zijn, wordt de inschrijving definitief.
Rotterdam wil op deze manier de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) op orde brengen. Directeur burgerzaken C. Meesters schat dat de gegevens van 20 tot 30 procent van de ingeschreven mensen niet kloppen. Vooral in sommige delen van Rotterdam-Zuid treft de gemeente panden aan waar sprake is van illegale bewoning en misbruik van voorzieningen.
„Interventieteams hebben de afgelopen jaren elk huis op de Strevelsweg gecontroleerd. Bij vrijwel niemand klopte de inschrijving”, zegt D. Oudshoorn van de deelgemeente Feijenoord. „Ze troffen van alles aan. Postadressen, tweekamerwoningen met 23 illegalen, alleenstaande moeders met kleine kinderen. Het is heel erg hard nodig dat daar wat aan gebeurt.”
De proef wordt uitgevoerd in vier gebieden in de wijken Feijenoord en Charlois. Daar vinden gemiddeld zestig verhuizingen per week plaats. Bij het verzoek tot inschrijving dient de nieuwe huurder voortaan een aantal documenten te overleggen, zoals een identiteitsbewijs, het originele huurcontract en schriftelijke toestemming van de verhuurder.
Diverse gemeentelijke diensten zoals burgerzaken, sociale zaken en woningtoezicht, gaan vervolgens samen bij de mensen op bezoek. Ze besluiten binnen tien dagen of iemand wel of niet op het nieuwe adres mag gaan wonen. Als de inschrijving niet klopt, worden gemeentelijke voorzieningen zoals uitkeringen direct stopgezet.
Wethouder Pastors (Fysieke Infrastructuur) toonde zich verheugd met de controle vooraf. „We draaien nu zelf aan de kraan in plaats van dat we achteraf gaan dweilen.” Na afloop van de proef bekijkt de gemeente of de procedure ook voor de rest van Rotterdam gaat gelden.