Verzet wilde Kamp Westerbork bevrijden
VEENENDAAL. Het Nederlandse verzet heeft tot tweemaal toe voorbereidingen getroffen om gevangenen uit Kamp Westerbork te bevrijden en de transporten naar concentratiekampen te verhinderen.
Zondag was het zeventig jaar geleden dat de Canadezen doorgangskamp Westerbork bevrijdden. Constant van den Heuvel, docent geschiedenis aan het Ichthuscollege in Veenendaal, die binnenkort over de vrijwel onbekend gebleven plannen publiceert, pleit voor nader onderzoek. „Herinneringscentrum Kamp Westerbork zou er een historicus op moeten zetten. Ik weet zeker dat er meer naar boven te halen is dan tot nu toe bekend is geworden”, zegt Van den Heuvel.
Zelf heeft hij nieuwe namen en feiten ontdekt. De Veenendaler sprak onder andere met twee nog levende betrokkenen. Zijn boek ”Het kruis op de berg”, dat begin mei uitkomt, biedt volgens hem „de tot nu toe meest complete beschrijving” van de verzetsplannen. De voornemens werden nooit uitgevoerd omdat verzetsmensen die ervan wisten door de Duitsers werden opgepakt.
In zijn boek vertelt Van den Heuvel het verhaal van zes Nederlanders die in november 1944 nabij Veenendaal werden gefusilleerd als represaille voor een vuurgevecht tussen verzetsmensen en een Duitse onderofficier.
Een van de gefusilleerden was de hervormde predikant ds. Bas Ader uit Nieuw Beerta (Groningen). Hij had honderden Joden een onderduikadres bezorgd. In het bekende boek ”Een Groninger pastorie in de storm” noemt zijn weduwe een bevrijdingsplan voor Westerbork. Ds. Ader schreef erover op briefjes aan zijn vrouw die uit de gevangenis werden gesmokkeld.
De eerste plannen voor de actie werden rond de jaarwisseling 1943-1944 gesmeed binnen het Groningse verzet. De actie waarover werd gesproken, was gericht op de strafbarak met opgepakte Joden die ondergedoken hadden gezeten. Ze werden op het eerstvolgende transport gezet naar de vernietigingskampen. Met Duitse uniformen en overvalwagens zouden veertig personen worden bevrijd. Van het plan werd afgezien na de arrestatie van een van de verzetsmannen, ene Ata, van wie de ware identiteit onbekend is.
In het voorjaar van 1944 werd er op initiatief van ds. Ader opnieuw gesproken over de bevrijding van Westerbork. Van den Heuvel: „Dat plan bevatte elementen van het oorspronkelijke plan. Ader bleek dat te kennen, we weten nog steeds niet hoe. Mogelijk via de brede contacten die hij in het verzet had. In elk geval was hij niet bij de eerdere overlegbijeenkomsten aanwezig geweest.”
Onderdeel van het tweede plan was de vernietiging van een spoorbrug in het traject dat de Duitsers gebruikten om zowel soldaten naar Nederland als gevangenen van Westerbork naar de vernietigingskampen te vervoeren. Nadat de spoorbrug was opgeblazen, zou een trein Westerbork binnenrijden om gevangenen te bevrijden. Ds. Ader werd echter door de Duitsers gearresteerd toen hij van Amsterdam op weg was naar Haarlem om over het plan te overleggen. Bevrijding van Westerbork was daarna niet meer aan de orde.
Van den Heuvel: „De Duitsers wisten niet van het plan voor Westerbork. Ader is daar in de verhoren niet mee geconfronteerd. De verrader, een Nederlandse politieman die wapens zou leveren, was wijsgemaakt dat het verzet een overval op de strafgevangenis in Utrecht voorbereidde.”