Nigerianen kiezen voor verandering
APELDOORN. De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan heeft dinsdag toegegeven de presidentsverkiezingen afgelopen zaterdag te hebben verloren. De stembusgang is daarmee een bijzondere mijlpaal in de Nigeriaanse geschiedenis. Niet eerder won een oppositiekandidaat de verkiezingen.
Sinds de onafhankelijkheid van Nigeria in 1960 kende het land zelden rustige machtswisselingen. De zittende president werd ofwel via een coup uit het pluche gewipt, of bleef zitten na omstreden verkiezingen, met ernstige rellen tot gevolg. Maar nu gaf president Jonathan binnen enkele uren zijn verlies ruiterlijk toe en belde zijn rivaal Muhammadu Buhari om hem te feliciteren. „Geen twijfelende Thomassen meer”, lieten beide heren nadien weten.
De 72-jarige Buhari bestempelde Jonathan (57) woensdagmorgen bovendien als een „waardige tegenstander.” „Ik reik hem mijn hand in het kader van vriendschap”, voegde de toekomstige president eraan toe.
Voorafgaand aan de verkiezingen was er angst voor rellen na het bekend worden van de uitslagen. Buhari is een moslim uit het noorden en Jonathan een christen uit het zuiden, en daarmee waren de verkiezingen op religieus vlak uiterst gespannen. Tijdens de verkiezingen in 2011, toen Buhari verloor van Jonathan, kwamen 500 mensen om het leven. Tot nu toe bleven onlusten echter uit. De hoop is dat iedereen de kalmte weet te bewaren tot 29 mei: de dag van Buhari’s inauguratie.
„Ons land heeft de democratie omarmd”, constateerde Buhari tevreden. Waarnemers hebben de verkiezingen –die volgens de Verenigde Staten en Groot-Brittannië overigens niet geheel vlekkeloos verliepen– eveneens bestempeld als een overwinning voor de democratie. Nigeriaanse burgers zouden voor het eerst het idee hebben gehad dat ze met hun stem echt verschil konden maken. Het verloop van de verkiezingen in het volksrijkste land van Afrika wordt bovendien als een hoopvol voorbeeld voor de rest van het continent gezien.
Het presidentschap van Jonathan is overschaduwd door terreur van Boko Haram in het noordoosten van het land. De militante groepering heeft de afgelopen jaren duizenden burgers gedood en zo’n 3 miljoen mensen op de vlucht gejaagd. Jonathan lag zwaar onder vuur omdat hij tijdens zijn regering nauwelijks greep op de groepering kreeg. Pas in de laatste weken boekte het Nigeriaanse leger in samenwerking met de legers van buurlanden vooruitgang in de strijd tegen de groep. Het lijkt een van de redenen te zijn voor zijn nederlaag.
Een andere is wellicht economisch van aard. Nigeria is de grootste olieproducent van Afrika en de belangrijkste economie, maar veel inwoners van het land profiteren er niet of nauwelijks van. Volgens officiële cijfers leeft zo’n 70 procent van de bevolking op of onder de armoedegrens. Een van de oorzaken daarvan is de gierende corruptie, die Jonathan niet heeft weten te onderdrukken. Jonathan had bovendien te kampen met dalende olieprijzen.
Wat hem ook niet geholpen heeft is de bundeling van krachten van de oppositie in de APC-partij. Bij de vorming van de fractie werd dit al een machine genoemd om de verkiezingen te winnen. De partij heeft expliciet voor religieuze verscheidenheid gekozen binnen de gelederen: de running mate van Buhari, Remi Osinbanjo, is pinkstervoorganger. En hij is bepaald niet de enige christen binnen de partij.
Daarmee is alle scepsis tegenover Buhari onder christenen echter nog niet weggenomen. Sommigen zien er een gewiekste strategie in en verdenken Buhari ervan er een islamistische agenda op na te houden. Buhari was voorstander van de invoering van shariawetgeving in het noorden van het land.
Tegelijk blijkt Buhari ook in meerdere overwegend christelijke staten veel stemmen te hebben behaald. Het lijkt er dan ook op dat er met hem echt een andere wind gaat waaien. De korte regeerperiode van Buhari, die volgde op een coup in 1983, stond in het teken van een ”oorlog tegen ongedisciplineerdheid”. Ambtenaren die te laat op hun werk verschenen moesten bijvoorbeeld kikkersprongen maken. Hij zou corruptie bovendien met harde hand proberen te bedwingen.