Kabinet blijft consequent spreken van kwestie van de Armeense genocide
DEN HAAG. Het Kamerdebat woensdagmorgen over de herdenking van de Armeense genocide 100 jaar geleden heeft niet geleid tot een andere koers van het kabinet.
Zoals steeds blijft het kabinet spreken over de „kwestie van de Armeense genocide” in plaats van over de „Armeense genocide.”
CU, CDA, SGP en PVV vroegen minister Koenders (Buitenlandse Zaken) tevergeefs om de volkerenmoord in 1915 ook ronduit als zodanig te benoemen. De bewindsman weigerde dat: „Het is niet aan het kabinet of aan een overheid om de gebeurtenissen van toen te duiden en om te zeggen wat in dezen wel of niet waar is.”
De VVD steunt het kabinet daarin. „Wat voegt het toe om van de regering te vragen de genocide te erkennen?” vroeg VVD-Kamerlid Ten Broeke. „Ik kies voor echte erkenning, namelijk door Turkije.”
Koenders blijft er eveneens bij dat het sturen van de ambassadeur naar de honderdste herdenking in de Armeense hoofdstad Jerevan een „gepaste” manier is om stil te staan bij de volkerenmoord.
CDA, CU, SGP, SP en PVV willen dat er een kabinetslid heen gaat.