Hoogervorst komt met dertig extra ambulances
Ongeveer dertig extra ambulances en een betere spreiding van de standplaatsen van deze voertuigen maken het volgens minister Hoogervorst (Volksgezondheid) mogelijk om 95 procent van de Nederlanders binnen dertien minuten met een ambulance te bereiken. Nu is dat nog 93 procent.
Dat is donderdag gebleken uit de uitwerking van de plannen van Hoogervorst om aanrijtijden van ambulances te verbeteren. De Tweede Kamer had daar op aangedrongen.
Met de maatregelen van Hoogervorst zal in veertien van de 24 regio’s de situatie verbeteren. Regio’s waar de bereikbaarheid zal toenemen zijn onder meer IJssel–Vecht, Twente, Arnhem/West Veluwe Vallei, Midden–West–Brabant, Brabant Zuid–Oost, Noord– en Midden–Limburg en Zuid–Limburg. In de overige tien regio’s blijft de bereikbaarheid gelijk. Er zijn in totaal 195 ambulancestandplaatsen in Nederland. Hoogervorst had al 18 miljoen euro extra uitgetrokken voor de ambulancezorg.
De Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) Hollands–Midden is niet blij met de plannen van Hoogervorst en voorziet zelf tien tot twintig extra doden per jaar in de Randstad. „In onze ogen wordt hier de verkeerde discussie gevoerd", zei woordvoerder Bonthuis. „Hoogervorst denkt in normen van 15 minuten en geld. Wij denken vooral aan de gevolgen voor de volksgezondheid."
Volgens Bonthuis blijkt uit eigen onderzoeken en dat van de Inspectie voor de Volksgezondheid en de Gezondheidsraad dat een aanrijtijd van acht minuten het maximum is als je met ambulancehulp daadwerkelijk levens wilt redden. „Die norm wordt nu in tweederde van het aantal ritten in de Randstad gehaald," zegt hij. „Het herverdelen van ambulances verstoort dat. Wij moeten van Hoogervorst 22 ambulances inleveren. We hebben becijferd dat dit in de Randstad tussen de tien en twintig doden extra per jaar leidt."
N. Reumer, directeur van Ambulancezorg Nederland, zei donderdag zich grotendeels te kunnen vinden in de plannen van de minister. Hij benadrukte dat Hoogervorst wel met meer geld over de brug moet komen. „We zien dit als een goed uitgangspunt en kunnen er mee uit de voeten, maar om echte verbeteringen door te voeren hebben we 30 miljoen euro nodig." Reumer gaat er vanuit dat de minister met het resterende geld zal komen.