Economie

Vogelgriep in het dorp: schok voor naburig Fries ‘megabedrijf’

TZUMMARUM. Eigenlijk zat het er een keer aan te komen: vogelgriep langs de Friese Waddenkust. Toch is vleeskuikenhouder Tsjep Jorritsma, eigenaar van een ”megabedrijf” in Tzummarum, flink geschrokken. „Natuurlijk houdt het je bezig als het zo dichtbij komt.”

26 March 2015 17:44Gewijzigd op 15 November 2020 17:42
Jorritsma. beeld Penn Communicatie
Jorritsma. beeld Penn Communicatie

De geboren en getogen Fries leeft mee met zijn collega uit het dorp, op wiens leghennenbedrijf de virusziekte –gelukkig in een milde variant– gisteren heeft toegeslagen. De 22.000 dieren daar worden allemaal geruimd. Een standaardmaatregel, voorgeschreven door de Europese Unie.

Ook de instelling van een beperkingsgebied in een straal van 1 kilometer rond het getroffen bedrijf is zo’n maatregel. In dit gebied is sinds gistermiddag het vervoer van pluimvee, mest en eieren verboden en geldt een ophokplicht. Er binnen ligt één andere pluimveehouderij, een relatief klein vleeskuikenbedrijf. Momenteel wordt onderzocht of dat misschien ook besmet is.

Jorritsma zelf heeft nog geen last. Zijn bedrijf met 13 moderne stallen waar in totaal 425.000 vleeskuikens leven, ligt net buiten het beperkingsgebied. De aan- en afvoer van dieren, voer en mest ondervindt geen hinder, behalve dan dat de vrachtwagens een eindje om moeten rijden.

Voor een groot bedrijf als dat van Jorritsma is transport van levensbelang. Vrachtwagens komen er vrijwel dagelijks op het erf. Dat heeft ook te maken met de vergistingsinstallatie die hij ruim vier jaar geleden in gebruik nam. Pluimveemest, maar vooral rundveemest van boeren uit de buurt wordt hier omgezet in groene energie, voldoende om 2700 huishoudens van stroom te voorzien.

De Friese kuststreek is een relatief pluimveearm gebied. Heel anders dan Barneveld, waar twee weken geleden een milde vogelgriepvariant opdook. Daar bleef de besmetting beperkt tot één bedrijf.

De Barneveldse boerderij had een uitloop. Ook de kippen op het getroffen bedrijf in Tzummarum konden buiten lopen. Niet toevallig dat het virus daar toesloeg, vermoedt Jorritsma.

Vlak bij Tzummarum liggen een paar binnendijkse plassen waar de natuur haar gang kan gaan, vertelt hij. Het water trekt de laatste jaren steeds meer wilde eenden en ganzen aan. Dat die het virus bij zich kunnen dragen én overbrengen op kippen –vooral als die buiten lopen– is bekend.

Jorritsma denkt niet dat zijn eigen dieren besmet zijn. Die zitten altijd binnen en de stallen zijn goed afgesloten. De ziekte maakt dan weinig kans om binnen te dringen. Voor zijn collega-vleeskuikenhouder in het dorp is Jorritsma wat bezorgder. „Hij is deelnemer aan Kip voor Morgen (diervriendelijk alternatief voor de zogeheten plofkip, TR) en heeft daarom ook een uitloop, al is die wel overdekt. Ik hoop dat het mee mag vallen.”

De vogelgriep in Tzummarum is een laagpathogene (milde) variant van het type H7, meldde het ministerie van Economische Zaken gisteren. Milde vogelgriep duikt regelmatig op in Nederland. Een zeer besmettelijke variant, H5N8, trof eind vorig jaar vijf bedrijven. De overheid greep hard in om een ramp zoals in 2003 te voorkomen. In dat jaar sloeg de variant H7N7 toe en werden in totaal 1349 pluimveebedrijven met 31 miljoen dieren geruimd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer