Achter slot en grendel
Titel:
”Bewaarder gevangen” door Cees Pols
Uitgeverij: Frits Hardeman, Ede, 2003
ISBN 90 76430 29 2
Pagina’s: 140
Prijs: € 11,90. De titel ”Bewaarder gevangen” laat al iets zien van de omgekeerde wereld die Cees Pols schetst. De auteur -zelf werkzaam in de reclassering- beschrijft in deze roman hoe een gevangenbewaarder ongedacht zelf achter de tralies terecht komt.
De foto op de voorkant van ”Bewaarder gevangen” oogt somber. Rijen gesloten celdeuren, en dat enkele verdiepingen hoog. Als schril contrast met de troosteloze omgeving valt door een bovenraam nog wat zonlicht naar binnen. Symbolisch voor het boek. De inhoud is niet vrolijk. Toch gaat aan het eind voor hoofdpersoon Theo de zon op.
Theo en zijn vrouw Marije hebben tot hun verdriet maar één dochter gekregen, Cora. De verstandhouding tussen het drietal is goed, tot het moment dat Cora in de puberteit terecht komt. Haar muziekkeuze (gospelrock) staat vooral haar vader niet aan. Toch laat het echtpaar hun dochter daar vrij in. Van het een komt echter het ander. Cora krijgt, terwijl zij een studie in Utrecht volgt, een vriend. Al vrij snel gaat ze met hem samenwonen. Het contact met haar ouders vermindert. Uiteindelijk gaan Theo’s ogen open: Zijn dochter is onder invloed van haar vriend Jeroen een junk geworden.
Als Cora midden in de nacht in paniek vanaf het Centraal Station belt dat ze niet wil „werken”, weet Theo genoeg. Jeroen wil dat zijn dochter als prostituee geld gaat verdienen. Het echtpaar besluit Cora direct te gaan halen. Op het station is ze echter niet meer te vinden. Ze blijkt bij Jeroen te zijn. Theo raakt slaags met de vriend van Cora. Doordat hij zich moet verweren, vermoordt hij Jeroen.
De tijd die de ex-bewaarder in de gevangenis doorbrengt, is een moeilijke. Om zichzelf te straffen weigert hij bezoek. Zelfs Marije mag niet komen. Hij heeft nog een lange weg te gaan voordat hij het tweede gedeelte van de tekst „Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere” op zichzelf durft toe te passen.
Aan het hele boek valt te merken dat de auteur zelf uit het gevangeniswezen komt. Het taalgebruik, de ’rituelen’, de gevoelens van bewakers - de lezer krijgt een goede indruk hoe alles reilt en zeilt voor en achter de tralies. Het boek leest over het algemeen vlot weg. De cursieve gedeeltes, waarin de hoofdpersoon nog eens extra zijn gedachten laat gaan, hadden wat mij betreft wel wat minder uitvoerig gekund. Ze nemen soms de vaart uit het verhaal en zijn niet allemaal even interessant.