De Dow-Jonesindex eindigde 0,9 procent hoger op 18.127,72 punten. De brede S&P 500 steeg eveneens 0,9 procent tot 2108,06 punten, en eindigde daarmee hoger dan een week eerder, na drie weken op rij waarin de graadmeter verloor. De door technologiefondsen gedomineerde Nasdaq ging 0,7 procent vooruit tot 5026,42 punten.

Nike meldde donderdagavond dat omzet en bedrijfsresultaat afgelopen kwartaal zijn gestegen, ondanks tegenwerking van de sterkere dollar. De cijfers waren beter dan analisten in doorsnee hadden voorzien. Het aandeel won 3,7 procent en was daarmee veruit de sterkste stijger onder de hoofdfondsen.

Oliemaatschappij Chevron kwam met een koerswinst van 2,2 procent op de tweede plek. Detailhandelsconcern Wal-Mart en doe-het-zelfketen Home Depot werden eveneens meer dan 2 procent meer waard. Onderaan stonden zorgconcern UnitedHealth en technologiereus Apple met allebei 1,3 procent verlies.

Juweliersketen Tiffany profiteerde niet mee van het positieve beurssentiment. Het aandeel daalde 4 procent in waarde nadat het bedrijf teleurstellende verwachtingen had uitgesproken voor het eerste kwartaal. Ook Tiffany voelt de flink gestegen koers van de dollar drukken op de buitenlandse omzet.

De olieprijzen lieten een sterk herstel zien. Amerikaanse olie bracht op de termijnmarkt 4 procent meer op: 45,72 dollar per vat. De prijs van Brentolie steeg 1,2 procent tot 55,09 dollar per vat.

De euro was tegen het einde van de beurshandel op Wall Street 1,0810 dollar waard. Bij sluiting van de Europese aandelenmarkten eerder op de dag noteerde de munt een koers van 1,8040 dollar.