Vasten en overgave onlosmakelijk verbonden
De waardering van vasten hangt niet af van voorwaarden, maar van de gerichtheid van het hart, stelt dr. M. A. van Willigen.
Vandaag de dag zien we een grote herwaardering voor het vasten ontstaan, met name onder protestanten. Dat maakt het debat los of dit een goede ontwikkeling is of een teken van assimilatie met andere wereldgodsdiensten.
In de Vroege Kerk werd voorafgaand aan de doop bij Pasen gevast. Men onthield zich gedurende veertig dagen van vlees en herdacht het lijden en sterven van Christus, als voorbereiding op Pasen. Ook Christus Zelf vastte veertig dagen in de woestijn. Na het doorstaan van deze beproeving begon Zijn openbare optreden. Moeten we Christus in het vasten vandaag ook willen volgen, zoals de Vroege Kerk het heeft gedaan en de kopten nog steeds gewoon zijn? Of leert de Reformatie ons iets anders?
Ambrosius
Voor de kerkvader Ambrosius was het geen vraag of je moest vasten of niet. Het hoorde er gewoon bij. Ambrosius leefde sober en hij werkte hard. Voor Ambrosius blijkt de profeet Elia een inspirerend voorbeeld. De sobere leefstijl van Elia is voor Ambrosius een antwoord op de vraag hoe hij zelf moet leven. Bij de door hemzelf georganiseerde vreedzame bezetting van de Basilica Portiana hield Ambrosius urenlange meditaties over Job en wisselde de meditaties af met het zingen van hymnen. Tussendoor er werd niet gegeten of gedronken. Ambrosius hield een hoger doel voor ogen. Hij bad en vastte om de basiliek te behouden voor de orthodoxe richting en dit huis van God niet prijs te geven aan de ariaanse tegenpartij. En dit gebed en dit vasten werden door God verhoord. De basiliek bleef in handen van de orthodoxe partij.
Hemels perspectief
Ambrosius heeft een bijzondere waardering voor de oudtestamentische gewoonte van het vasten. Hij zegt dit met zoveel woorden in zijn geschrift over Elia: „Groot is de kracht van het vasten. De krijgsdienst van dit vasten is zo bijzonder dat het ook Christus verheugde om te vasten. Zo krachtig, dat het mensen tot de hemel ophief.” Ambrosius ziet zelfs een hemels perspectief: „Wat is vasten anders dan een beeld van het hemelse leven? Vasten is verkwikking van de ziel, ja voedsel voor de geest, het leven van de engelen, dat is vasten, de doodsteek voor de zonde, het einde van de misdaden, het geneesmiddel van het heil, de wortel van de genade, het fundament van de kuisheid. Langs deze trap komt men sneller bij God.”
In de Reformatie heeft men het vasten niet geïnstitutionaliseerd. Dat was conform de lijn van Erasmus. Volgens Erasmus vastten gelovigen in de Vroege Kerk iedere dag, ook in de perioden waarin hun geen enkel voorschrift was opgelegd. Ze onthielden zich immers van vlees en dierlijk voedsel en leefden van peulvruchten en groenten. Erasmus was voor een zekere ordening, maar hij hekelde het verbod op het eten van vlees gedurende een flink deel van het jaar. Hij vond dit eenvoudig te zwaar.
In de Nadere Reformatie houdt Wilhelmus à Brakel zijn lezers daarentegen voor dat vasten ook goed kan zijn: „Welaan dan, als gehoorzame kinderen Gods en navolgers der heiligen, begeeft u ook veel tot vasten. Dat was de praktijk der eerste Christenkerk en gelovigen in de eerste tijd der Reformatie en nog lang daarna; laat dan dit werk niet versterven.”
Geen voorwaarden
Het lijkt me goed om nuchter met het onderwerp vasten om te gaan. Als vasten degene die vast dichter bij God brengt is vasten vruchtbaar. Bij het lezen van het boek van Olga Leever en Idelette Otten (”Vasten, de kunst van geven en loslaten”) blijkt dat de auteurs het begrip “vasten” overigens breed interpreteren. Hieronder kan het niet drinken van alcohol, het niet bezoeken van de Facebookpagina en de onthouding van de sociale media worden verstaan. Prima, wat mij betreft.
Maar laten we vooral niet vergeten dat het Christus was Die schuldige mensen heeft willen verlossen door Zijn dood aan het kruis. Aan Hem dacht de Vroege Kerk in de vastentijd. Laten wij dat ook doen, maar dan ook in ons hele leven. Christus heeft ons vasten niet nodig. Hij stelt geen voorwaarden. Hij vraagt van ons de overgave van het hart. Ieder moment, onder alle omstandigheden.
De auteur is classicus en filoloog en verbonden aan de Stichting Bijbeluitleg Vroege Kerk.