Cultuur & boeken

Boek over leidinggeven in de zorgsector

Leiderschap is van cruciaal belang. Ook binnen de zorgsector, waarin nogal eens sprake is van complexe organisaties met een grote diversiteit in vormen van dienst­verlening

dr. Corrie Mazereeuw-
van der Duijn Schouten

20 March 2015 08:48Gewijzigd op 15 November 2020 17:32
beeld iStock
beeld iStock

In 1997 publiceerde M. Wegge­man het boek ”Leiding geven aan professionals: niet doen!” Mede naar aanleiding hiervan verscheen in 2012 ”Onderwijs vraagt leiderschap!”, onder redactie van D. Both en A. de Bruijn. ”Zorg vraagt leiderschap!” is het vervolg hierop. Hierin worden de principes uit het eerste boek toegepast op leiderschap binnen de zorgsector.

In ”Zorg vraagt leiderschap!” worden acht aspecten van leiderschap nader uitgewerkt, te weten het ontwikkelen van collectieve ambitie, inspireren, communiceren, feedback geven, assertief optreden, afschermen, dienen en sturen op ”flow”. Het uitgangspunt van het boek is dat er in de zorgsector leidinggegeven moet worden aan professionals en dat die een eigen vorm van leiding­geven behoeven.

Het boek is gecompleteerd met twee zogeheten scans, bedoeld om de eigen wijze van leidinggeven te (laten) spiegelen. Ook hoort er een website bij, met onder andere meer achtergrondmateriaal en ervaringen van andere lezers. Die biedt overigens (nog) niet hetgeen er in het boek wordt toegezegd. Maar wellicht is deze nog in ontwikkeling. Voor degenen die echt met de scans aan de slag willen, zou het wel handig zijn als deze (net als die bij het boek ”Onderwijs vraagt leiderschap!”) digitaal beschikbaar komen.

Creatieve keuze

Het boek zelf stelt, gezien de verwachtingen die in de inleiding gewekt worden, teleur. Er is reeds een veelheid aan management- of leiderschapsliteratuur verschenen. De redacteuren hebben een onderscheidende invalshoek gekozen door sectorspecifieke benadering. Dat is een creatieve keuze. Maar als dat je onderscheidende punt is, dient dat ook uit de verf te komen. Dat is helaas niet het geval. Het is al tekenend dat de ontwikkelingen die zich voltrekken in de zorg („Er worden boekenkasten vol geschreven over de ontwikkelingen die zich voltrekken in de zorg.”) in minder dan twee pagina’s geschetst worden.

Dit heeft tot gevolg dat belangrijke kenmerken van de zorg­sector niet terugkomen in het boek. Een onderscheidend punt van de sector is bijvoorbeeld dat er nogal eens sprake is van zeer complexe organisaties met een grote diversiteit in vormen van dienst­verlening. Sommige organisaties binnen de zorg zullen wellicht met de drie onderkende lagen (zorgverlener, leider en bestuurder) ingericht kunnen worden, maar veel andere organisaties zullen een minder hiërarchische, meer op een netwerk georiënteerde vorm van organisatie hebben, waarin deze drie lagen niet eenduidig te onderkennen zijn.

De vereisten die een netwerkorganisatie aan leiderschap stelt, komen in dit boek niet aan de orde. Evenmin komt het krachten­veld waarbinnen medewerkers in zorgorganisaties moeten functioneren duidelijk aan bod. Een duidelijke en veelomvattende schets van het krachtenveld in de zorgsector had niet misstaan. De opsomming van beïnvloedende partijen die nu bij bespreking van het aspect ”afschermen” gegeven wordt, kan (zoals de auteur zelf ook aangeeft) nog moeiteloos uitgebreid worden.

Vrijwilligers

Een ander kenmerk van de zorgsector is dat er behalve professionals ook heel veel mensen werkzaam zijn die (volgens de definitie van het boek) geen professional zijn. Hierbij kunnen we niet alleen denken aan middelbaar en lager opgeleide medewerkers (die met hun eigen kwaliteiten absoluut onmisbaar zijn), maar ook aan de (honderd)duizenden vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de zorg. De redacteurs stellen terecht dat professionals floreren onder een andere vorm van leidinggeven dan niet-professionals. Maar het boek gaat eraan voorbij dat er binnen de zorg ook leiding dient te worden gegeven aan die laatste groep.

Ook de specifieke vraagstukken die binnen de zorgsector aan leidinggevenden gesteld worden, komen niet uit de verf. Zo stellen de auteurs bijvoorbeeld wel dat de zorg een sector is waarin de veranderingen over elkaar heen buitelen (een terechte constatering, die als onderbouwing kan dienen bij de stelling dat er binnen de zorgsector behoefte is aan leiderschap), maar welke implicaties dit heeft voor het leiderschap wordt niet beschreven.

Ook komt, als tweede voorbeeld, meermalen naar voren dat het voor professionals belangrijk is ruimte te bieden om fouten te maken en daarvan te leren. Maar er wordt geen woord aan gewijd dat fouten maken binnen de zorg­sector soms fataal of anderszins zeer ingrijpend kan zijn. Dat maakt de ruimte om fouten te mogen maken juist in deze sector soms heel beperkt.

Zorgverleners

De auteurs onderscheiden structureel drie interactieniveaus binnen de organisatie: de interactie tussen zorgvrager en zorgverlener, tussen zorgverlener en leiding­gevende, en tussen leidinggevende en bestuurder. In de uitwerking blijkt dit onderscheid onvoldoende tot zijn recht te komen. Dit komt wel het meest frappant naar voren uit de beide scans (de ene gericht op leidinggevenden en de andere gericht op bestuurders) die achterin het boek zijn opgenomen. Ze verschillen nauwelijks van elkaar, en de scan voor zorgverleners ontbreekt zelfs. En dat terwijl de auteurs onderkennen dat het de zorgverleners zijn die, als leidinggevende van hun eigen professionele inzet, de belangrijkste schakel vormen.

De auteurs geven aan dat het niet mogelijk was een scan voor hen te ontwikkelen vanwege de diversiteit in zorgvragers. Waarom is dat een belemmering om tot een scan te komen? In ieder hoofdstuk van het boek wordt een aspect van leiderschap vertaald naar de relatie tussen zorg­vrager en zorgverlener. Als daarbij de diversiteit in zorgvragers te overkomen was, dan zou dat in de ontwikkeling van een scan toch ook mogelijk moeten zijn?

Stukken theorie

Doordat de onderscheidingen die de auteurs aanbrengen onvoldoende doorwerken in de uitwerking van de diverse aspecten van leiderschap, heeft het resultaat veel weg van een verzameling van stukken theorie over leiderschap die de lezer al dan niet naar de eigen praktijk binnen de zorgsector kan proberen te vertalen. De lijstjes en rijtjes met kenmerken of spiegelende vragen die door het boek heen als illustratie opgenomen zijn, kunnen daarbij handzaam zijn, maar vormen dan wel een wat onsamenhangende selectie uit bestaande leiderschapsliteratuur.

Daarbij blijft ook de vraag hangen waarom de auteurs een eigen lijst met belangrijke aspecten van leiderschap hebben samengesteld. Waarom is niet aangesloten bij bestaande modellen, zoals bijvoorbeeld de wel bekende (en in het boek ook aangehaalde) zeven eigenschappen van effectief leiderschap van Covey? Waarom zijn de acht door de redactie onderkende eigenschappen „de eigenschappen die er echt toe doen”?

Christelijke visie

De achtergrond van de auteurs creëerde ook enige verwachting ten aanzien van een christelijke visie op leiderschap binnen de zorg. Het boek wordt niet als „christelijk leiderschapsboek” gepresenteerd en is duidelijk gericht op een breder publiek dan christelijke leiders. Maar dat een begrip als ”roeping” nauwelijks een plaats heeft gekregen in dit boek (het wordt slechts zijdelings genoemd bij de bespreking van aspect 8; „sturen op flow”), is naar mijn idee een omissie. Zoals bij de bespreking van het aspect ”dienen” het Bijbelse onderscheid tussen herders en huurlingen een heel natuurlijke plaats binnen de tekst heeft gekregen, is er wel vaker de mogelijkheid om Bijbelse noties over goed leiderschap een plaats in het geheel te geven.

Ten slotte nog enkele opmerkingen. Het boek leest gemakkelijk; de schrijfstijl is prettig en de opbouw is helder en consequent. De verbijzonderingen die gemaakt worden, gaan soms wel ver. Een voorbeeld hiervan is de uitwerking van het aspect ”dienen”. Dit aspect maakt al deel uit van het complete palet van acht aspecten. Vervolgens wordt van de dienende leider gevraagd vijf activiteiten tot ontwikkeling te brengen. Een van deze activiteiten wordt vervolgens weer verbijzonderd tot vier elementen.

Verder is het wel erg stereo­typerend om zorgverleners aan te duiden met ”zij” en de leiders en bestuurders aan te duiden met ”hij”, ook al mag in beide gevallen ook respectievelijk ”hij” en ”zij” gelezen worden. De vele citaten en anekdotes, die op zich lezenswaardig zijn en het geheel verlevendigen, sluiten lang niet altijd aan bij de tekst waar ze tussen zijn geplaatst. Daardoor verrijken zij de tekst niet altijd, maar leiden ze soms de aandacht juist af van de lijn van het boek. Hetgeen niet wegneemt dat een korte zinsnede soms veel stof tot denken kan geven.


Boekgegevens

Zorg vraagt leiderschap!, Dick Both en Alex de Bruijn (red.);
uitg. Scriptum Publishers, Schiedam, 2014; ISBN 978 90 5594 947 2; 215 blz.; € 29,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer