Opinie

Verbod op hoofddoekjes

11 February 2004 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 00:57

Het Franse parlement heeft zich gisteren achter het door de Franse regering voorgestelde verbod op hoofddoekjes en andere religieuze symbolen op openbare scholen geschaard. Slechts 36 parlementsleden stemden tegen het voorstel; 494 stemden voor.De stemming in het parlement vormde de voorlopige afronding van een publieke en politieke discussie waarbij de meningen sterk verdeeld waren en waarbij de gemoederen behoorlijk verhit raakten. Het debat verliep niet langs partijlijnen. Meningsverschillen liepen dwars door de partijen.

Bij de discussie over de islamitische hoofddoek ging het aan de ene kant om de scheiding tussen kerk en staat, aan de andere kant om de vrijheid van godsdienst. Beide zijn verankerd in de Franse grondwet.

Voorstanders van het dragen van het hoofddoekje op openbare scholen schermden met de vrijheid van godsdienst. Ieder persoon heeft het recht zijn geloof naar eigen goeddunken te beleven.

Andersom stelden de tegenstanders van de hoofddoek dat openbare scholen gevrijwaard moeten blijven van iedere godsdienstige invloed. Bovendien wijst men af dat niet-godsdienstige kinderen blootstaan aan religieuze uitingen. Het belangrijkste argument voor het verbod is het streven naar samenhang in de Franse maatschappij. Men wil een versplintering in allerlei godsdienstige en etnische groeperingen voorkomen. De staatsschool is in die optiek het instrument om ervoor te zorgen dat kinderen Franse normen en waarden -het gedachtegoed van de Verlichting en de Franse Revolutie- krijgen ingepompt.

Het debat, en vooral de emoties die het opriep, toont de angst bij de autochtone Franse burger voor de vreemdeling. Van de Franse bevolking is 10 procent islamitisch. In getallen uitgedrukt: van de 60 miljoen inwoners zijn er zo’n 5 miljoen moslim.

Het is de vraag of met de uitspraak van het parlement het laatste woord is gezegd over de hoofddoek en of men hierbij de zozeer nagestreefde ”cohésion” bereikt. Een belangrijk deel van de islamieten voelt zich Frans staatsburger. Dat betreft met name de welgestelde islamiet. Hij steunt het verbod op het dragen van een hoofddoek omdat hij de doek ziet als symbool van onderdrukking.

Moeilijker ligt het met de minder gefortuneerde islamieten in Frankrijk, die de hoofddoek zien als onderdeel van hun cultuur en religie. Zij wonen vooral in de Franse voorsteden, waar werkloosheid en criminaliteit de boventoon voeren. Zij zetten zich af tegen de maatschappij die hun in hun waarneming geen kansen biedt. Het hoofddoekverbod zal bij hen kwaad bloed zetten. Zij zullen zich nog meer afgewezen voelen. Wil Parijs deze islamieten integreren, dan zal er het nodige in de sociale sfeer moeten gebeuren.

Het is overigens de vraag of het verbod op het dragen van hoofddoekjes geen averechtse uitwerking heeft als er -zoals sommigen vrezen- met steun vanuit de Arabische wereld islamitische privé-scholen worden opgezet. Maar dat mag een staat er niet van weerhouden een consequent beleid door te voeren. In een land waarin men uitingen van het christelijke geloof niet tolereert, zoals het kruis, moet men ook tegen hoofddoekjes optreden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer