Laat Iran niet met leugens wegkomen
De beoogde deal met Iran is erg verraderlijk, waarschuwt Bas Belder.
Onder leiding van de VS stevent de internationale gemeenschap af op een ”bad deal”, een slechte nucleaire overeenkomst met Iran. Critici maken zich hier grote zorgen over en spreken van „gapende gaten” in de beoogde afspraken. Die zorgen zijn terecht, en de onderhandelaars (de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad plus Duitsland) lijken opzichtig in de fout te gaan. Een reconstructie.
De onderhandelaars willen Iran duizenden centrifuges toestaan. Ook krijgt Teheran vrijheid inzake onderzoek en ontwikkeling van geavanceerde centrifuges. Intussen blijven ronduit verdachte nucleaire installaties in Arak (plutonium) en Natanz (uranium) gewoon in bedrijf (nog maar kortgeleden eiste men de sluiting van beide complexen). Zorgelijker nog is dat de Islamitische Republiek het bevoegde Internationaal Atoomenergieagentschap in Wenen onderzoek naar „mogelijke militaire dimensies” van haar nucleaire activiteiten al jarenlang gewoonweg ontzegt. Hierover heerst vreemd genoeg internationale zwijgzaamheid, net als over alle Iraanse uitspraken die in de voorbije jaren leugens en misleiding zijn gebleken. De Iraanse autoriteiten blijven hardnekkig beweren dat de Islamitische Republiek niets, maar dan ook niets illegaals heeft gedaan op nucleair gebied.
Dat is echter „een volstrekte leugen”, volgens insider dr. Emily Landau van de universiteit van Tel Aviv. Samen met haar collega Shimon Stein ontrafelde zij het „Iraanse nucleaire sprookje” volgens welke de westerse mondiale heerszucht het ayatollahbewind zijn „legitieme rechten” op een civiel kernprogramma tracht te ontzeggen met „illegale sancties.”
Een prominent propagandist van dit sprookje is de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Mohammad Javad Zarif. In een interview met The Washington Post van begin februari beweerde deze bewindsman zonder blikken of blozen dat het Internationaal Atoomenergieagentschap ondanks tal van inspecties geen enkel bewijs had gevonden voor „niet-vreedzame elementen” in het Iraanse atomaire programma. Gemakshalve gaat hij voorbij aan alle verdenkingen die het Internationaal Atoomenergieagentschap sinds 2011 openlijk koestert over clandestiene militaire activiteiten op nucleair terrein. Deze internationale verdenkingen konden slechts niet worden geverifieerd omdat Iran stelselmatig internationale inspecties naar bijvoorbeeld het cruciale militaire complex Parchin (testen kernkoppen) blokkeerde.
Een andere vooraanstaande Iraanse sprookjesverteller is de vroegere officiële woordvoerder voor de nucleaire onderhandelingen, ambassadeur Seyed Hossein Mousavian. In een opinieartikel voor de Amerikaanse pers gaf hij onder meer hoog op van Teherans „samenwerking met het Internationaal Atoomenergieagentschap om kwesties over mogelijke militaire dimensies op te helderen.” Mousavian komt met dergelijke absurditeiten vanuit zijn huidige wetenschappelijke thuisbasis, de prestigieuze Princeton University.
Realiteitszin
Onbegrijpelijk genoeg laat de internationale gemeenschap Iran eenvoudig wegkomen met deze omkering van de feiten. Want daarmee verzwakt zij haar positie aanzienlijk in de lopende nucleaire onderhandelingen. En dat terwijl in de welgekozen woorden van dr. Landau de situatie klip-en-klaar is: „Er heerst brede internationale consensus –en er is genoegzaam bewijs– dat Iran jarenlang heeft gewerkt aan een militair nucleair programma. En toch geven de internationale nucleaire onderhandelaars er blijkbaar de voorkeur aan Iran hiermee niet te confronteren.” De uitvluchten die men ervoor aanvoert klinken even absurdistisch als de uitvluchten van de Iraanse sprookjesvertellers zelf.
Onnavolgbaar is tegelijkertijd het volkomen ontbreken in de nucleaire onderhandelingen van het grootschalige Iraanse programma van ballistische raketten. Iran heeft deze als „niet-nucleair” bestempeld. Dat gebeurde in tegenspraak met een resolutie van de VN-Veiligheidsraad van juni 2010. Deze resolutie stelde de specifieke eis dat het Iran niet is toegestaan raketten te bouwen die dragers van kernkoppen kunnen zijn. Vandaag rept de internationale gemeenschap daarentegen met geen woord meer over deze gerechtvaardigde eis aan Iran, dat zich immers verbonden heeft aan het verdrag over niet-verspreiding van kernwapens.
Intussen heten de oprechte critici van het westerse ”gatenakkoord” met Iran „haviken” of zelfs „oorlogshitsers.” Dat zal opperste leider Khamenei en de zijnen als muziek in de oren klinken. Dit gevaarlijke gebrek aan realiteitszin dreigt de wereld in de nabije toekomst zwaar te gaan opbreken.
De auteur is lid van de commissie buitenlandse zaken van het Europees Parlement voor de eurofractie ChristenUnie-SGP.