Cultuur & boeken

Aad Kamsteeg schreef boek over Papoea’s

Het is een plechtig moment als op 5 april 1961 in Hollandia de Nieuw-Guinea Raad voor het eerst bij elkaar komt. Minister Toxopeus van Binnenlandse Zaken is hiervoor speciaal uit Nederland overgekomen. Nieuw-Guinea gaat in versneld tempo naar de zelfstandigheid.

C. Janse

11 March 2015 13:15Gewijzigd op 15 November 2020 17:18
Papoea’s op Nieuw-Guinea in traditionele uitrusting. Foto ANP
Papoea’s op Nieuw-Guinea in traditionele uitrusting. Foto ANP

Er wordt haast gemaakt met de symbolen van nationale eenheid. Ds. I. S. Kijne, bekend van de Indonesische psalmberijming, maakt het volkslied ”Hai Tanahku Papua”, en als vlag wordt het ontwerp met de morgenster van voorman Nicolaas Jouwe gekozen. De desillusie komt ruim anderhalf jaar later, als het Nederlandse rood-wit-blauw definitief gestreken wordt en de Indonesische ”sang merah putih” gehesen wordt naast die van de VN-Untea.

Aad Kamsteeg, voormalig buitenlandcommentator van het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep, schreef een prettig leesbaar boek over verleden, heden en toekomst van de Papoea’s: ”Ooggetuige in Papua”. Zelf omschrijft Kamsteeg zijn boek als documentatie én hartenkreet. Dit laatste vanwege het feit dat de Papoea’s zich volgens hem in dramatische omstandigheden bevinden. „De stem van de Papua’s is nooit gehoord als het over hun politieke toekomst ging.”

De schrijver besteedt uitgebreid aandacht aan schendingen van mensenrechten, de beroerde situatie op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg, de ontbossing, de kerk en de OPM, de beweging die strijdt voor een vrij Papoea.

Los van alle waardering voor de verzamelde documentatie en de vlotte schrijfstijl bekruipt me toch het gevoel dat er nog puzzelstukjes gemist worden die een wat genuanceerder beeld hadden kunnen geven dan het drama dat Kamsteeg nu schetst. Met waardering noteer ik de wijze waarop Kamsteeg het gematigde standpunt van ds. Peres Nekwek van de GJRP (en niet GJPG) weergeeft (Gereja Jemaat Reformasi di Papua, Reformatorische Kerkelijke Gemeente in Papoea). Maar dit standpunt is uitzondering in het boek. Opvallend dat een kerk als de GGRI (Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia), voortgekomen uit het werk van de Zending Gereformeerde Kerken, praktisch ontbreekt. In het verleden hebben sommige kerken zich kritisch uitgelaten over het optreden van de OPM. Er zijn kerken, vooral in het grensgebied met Papoea-Nieuw-Guinea, die zelfs geleden hebben onder het optreden van deze vrijheidsbeweging.

Het gebrek aan nuance wordt wel het duidelijkst zichtbaar als Kamsteeg theoloog en antropoloog Benny Giay vergelijkt met de Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu. In Giay’s denken zou verzoening op basis van gerechtigheid centraal staan. Wie op de hoogte is van de meest recente kerkgeschiedenis in Papoea zal dit corrigeren met het feit dat de kerk van Giay (GKIP) zich afgesplitst heeft van de GKII (Geraja Kemah Injil Indonesia), veelal op gewelddadige wijze. Meer dan tien kerken van de GKII gingen in vlammen op, predikanten werden bedreigd en soms werden gebouwen, zoals de Theologische School Walter Post, met geweld van de GKII afgenomen. Dit getuigt niet direct van verzoeningsgezindheid bij de voorman. Je vraagt je af of Kamsteeg hier nu echt niet van op de hoogte is.

Naast alle kritiek die er mogelijk is op de ”nieuwe kolonialen”, de Indonesiërs, zou het goed geweest zijn als de kritiek ook vaker richting de Papoea’s zelf gegaan was. Een enkele keer benoemt Kamsteeg dingen zoals zelfverrijking of corruptie onder de Papoea’s. Maar dan komt hij toch vaak weer met vergoelijkende omstandigheden in de context die verklaren waarom de Papoea’s doen zoals ze doen.

Een voorbeeld. Als ik lees –en mijn ervaring bevestigt het– dat het onderwijzend personeel in Papoea gemiddeld zeventig dagen in een cursusjaar afwezig is (15 procent zelfs het hele schooljaar) dan denk ik dat het tijd wordt dat ronduit gezegd wordt dat zoiets niet geheel op de overheid afgewenteld kan worden maar dat deze leerkrachten (de meesten zijn Papoea en christen) hun eigen verantwoordelijkheid moeten verstaan. Als het gaat over de bevrijding van Papoea’s is het ook nodig dat er meer aandacht komt voor de bevrijding uit hun slachtofferrol. En deze kritische noot hoeft niet in mindering gebracht te worden op onze liefde voor het Papoeavolk.


Boekgegevens

Ooggetuige in Papua. Verleden, heden en toekomst van een vergeten volk, Aad Kamsteeg;
uitg. Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 5881 814 0; 160 blz.; € 18,50 (met dvd).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer