De soennitische terreurbeweging heeft bovendien twintig jonge mannen gedood die voor sjiitische milities zouden hebben gevochten.

Het Iraakse leger en sjiitische milities zijn vorige week een groot offensief tegen IS begonnen om Tikrit te bevrijden. De stad ligt op een belangrijk knooppunt tussen de hoofdstad Bagdad en het IS-bolwerk Mosul in het noorden van Irak.

Ook in Syrië zouden strijders zijn omgekomen bij onderlinge gevechten. Volgens het Syrische Observatorium voor Mensenrechten probeerden in totaal tien jihadisten te ontsnappen naar Turkije. Onder hen zouden een paar Europeanen zijn. Bij Aleppo in het noorden van Syrië werden ze onderschept door hun voormalige strijdmakkers. Vijf vluchtelingen stierven bij de gevechten, vijf anderen werden opgepakt en worden waarschijnlijk geëxecuteerd. Ook vier strijders die de vluchtelingen hadden tegengehouden, kwamen om.

In de maandageditie van The Washington Post zeggen deskundigen en Iraakse en Syrische activisten dat interne twisten waarschijnlijk een groter gevaar vormen voor IS dan de militaire acties van de internationale coalitie. Lokale strijders uit Syrië en Irak zouden zich ergeren aan de voorkeurshandeling die buitenlandse IS-strijders krijgen.

De buitenlanders krijgen meer betaald en worden gehuisvest op veiliger locaties dan de lokale strijders van de terreurgroep, aldus een activist tegen de Amerikaanse krant. Hij zei dat lokale strijders in januari in de Iraakse stad Ramadi slaags raakten met buitenlandse IS-aanhangers. De buitenlanders, vooral Tsjetsjenen, wilden uit Irak vertrekken en de Iraakse strijders voelden zich daardoor in de steek gelaten.

Vorige maand zijn in de stad Tabqa in het oosten van Syrië de lichamen van tussen de dertig en veertig jihadistische strijders gevonden. Volgens een actiegroep zijn zij vermoedelijk door andere IS-strijders vermoord, omdat ze probeerden te vluchten.