Kerk & religie

Predikant staat fiscaal gezien op tweesprong

Nu de bekende blauwe envelop weer in de brievenbus is gerold, staan predikanten voor een belangrijke fiscale keuze. Laten ze zich door de belastinginspecteur meer als werknemer of meer als ondernemer behandelen? Een algemene richtlijn is niet te geven. Beide opties hebben voor- en nadelen. Daarom adviseert mr. H. J. Versteeg FB van Roza Accountants niet op één onderdeel af te gaan, maar goed te plussen en te minnen.

Kerkredactie
6 February 2002 10:35Gewijzigd op 13 November 2020 23:24
VEENENDAAL - Om de blauwe envelop voor predikanten toegankelijker te maken, belegde Roza Accountants dinsdag in Veenendaal een speciaal op pastoriebewoners toegespitst seminar. In totaal maakten 250 predikanten en predikantsvrouwen van de voorlichtingsbij
VEENENDAAL - Om de blauwe envelop voor predikanten toegankelijker te maken, belegde Roza Accountants dinsdag in Veenendaal een speciaal op pastoriebewoners toegespitst seminar. In totaal maakten 250 predikanten en predikantsvrouwen van de voorlichtingsbij

Het Veenendaalse accountantskantoor belegde dinsdag voor de vierde keer een seminar dat speciaal bedoeld was voor predikanten. Meer dan 250 dominees -een dozijn liet het aan de echtgenote over- kwamen naar Veenendaal om zich daar fiscaal te laten voorlichten.

Dat de belangstelling zo groot was -twee jaar geleden waren er 140 aanwezigen op een soortgelijke bijeenkomst- hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de invoering van het nieuwe belastingstelsel per 1 januari 2001. Omdat deze maanden de aangifte inkomstenbelasting over vorig jaar moet worden ingevuld, krijgen ook predikanten volop te maken met het nieuwe boxenstelsel.

„Het is een stuk moeilijker geworden”, verzucht de een. „Iedere keer ga ik weer iets nieuws zien”, zegt de ander. „Ik deed het altijd nog zelf”, vertelt een derde. „Maar of dat zo kan blijven, is de vraag.” En die vraag zal bij veel van de aanwezigen wel in het achterhoofd hebben gezeten. Het merendeel van hen was nu in ieder geval nog geen klant van de accountant die het seminar organiseerde.

Er is op dit onderdeel wel een lichtpuntje: de kosten voor financiële advisering en dus ook voor het laten invullen van het belastingbiljet kunnen predikanten voortaan aftrekken. En dat is nieuw. Hiervoor moeten ze wel kiezen voor het pseudo-ondernemerschap. En er vindt een kleine correctie plaats voor de privé-besparing die dit oplevert.

In de wandelgangen blijkt vooral de inmiddels beruchte fiscale bijtelling voor vrij wonen in de pastorie onderwerp van gesprek. Voorheen golden hiervoor de vaste bedragen zoals die in de hervormde kerkorde zijn opgenomen. Nu is de waarde van de pastorie bepalend. Predikanten moeten voortaan 1,9 procent (over 2002 1,95 procent) van de waarde waarvoor het huis voor de Wet onroerendezaakbelasting (WOZ) is getaxeerd, bij hun inkomen optellen.

Met een beetje een zure lach melden twee personen in de koffiepauze dat ze in een pastorie van een miljoen wonen. Die gaan er financieel dus fors op achteruit. „We wonen gewoon boven onze stand.”

Mr. Versteeg stelde zich op het standpunt dat de waarde van de studeerkamer hierbij wel buiten beschouwing mag blijven. „En hoeveel dat dan is, daarover kun je van mening verschillen; 10 procent, 15 procent, misschien wel 20 procent. Dat hangt af van de grootte in verhouding tot de pastorie.”

Een andere tip -zeer geschikt voor vrijgezelle predikanten of kleine domineesgezinnen in een grote pastorie- is dat de kerkelijke gemeente niet de hele pastorie ter beschikking stelt, maar een aantal kamers of een zolder afsluit. „Wel zwart op wit zetten”, adviseert Versteeg. „En de kamers daadwerkelijk niet gebruiken, ook niet als berging.”

Roza Accountants is over de waardering van het vrij wonen in de pastorie, dat meestal geen vrije keuze maar een plicht is, een proefproces gestart. Het kan echter wel 2,5 tot drie jaar duren voordat de definitieve uitkomst bekend is.

En daar moet je niet op wachten, raadde Versteeg aan. Predikanten kunnen namelijk -als zij niet kiezen voor het pseudo-ondernemerschap maar voor het pseudo-werknemerschap- onder de bijtelling uit. In plaats van 1,9 procent van de waarde van de pastorie moeten zij dan de besparingswaarde opgeven. Dat is de huur die de predikant betaald zou hebben als hij zelf een huis zou hebben gekozen. Over dit bedrag -dat overigens niet altijd lager is dan 1,9 procent van WOZ-waarde- moet wel met de fiscus overeenstemming zijn bereikt. Op dit moment gelden nog de bedragen die de hervormde kerkorde daarvoor noemt. Het is niet zeker dat dat zo blijft.

Over de mogelijkheid om een pastorie te huren en een onbelaste onkostenvergoeding te ontvangen is overleg met de Belastingdienst gaande. Die wil wel meedenken, aldus Versteeg, maar heeft nog geen uitsluitsel gegeven.

Versteeg raadde niet aan om zomaar vanwege de pastorie over te stappen van pseudo-ondernemer naar pseudo-werknemer. Op andere onderdelen is het namelijk weer voordeliger om pseudo-ondernemer te zijn. De nadelen voor de werknemer kunnen groter zijn dan het nadeel van de meerwaarde van de pastorie, waarschuwde de belastingadviseur. Iedere predikant zal dus moeten plussen en minnen. De fiscaal jurist wees er op dat een predikant wel steeds kan kiezen tussen het werknemerschap en het ondernemerschap. Dat kan zowel in de gemeente waar hij staat als bij vertrek naar een andere gemeente.

Een pseudo-ondernemer mag namelijk verscheidene kosten aftrekken, de pseudo-werknemer niet. Die mag op zijn beurt wel onbelast vergoedingen ontvangen, als hij de kosten tenminste kan onderbouwen. Beiden moeten in ieder geval hun kosten registreren en goed hun aankoopbonnetjes bewaren. De twee groepsregelingen, een standaard onbelaste vergoeding voor bureau- en administratiekosten en voor representatiekosten, bestaan niet meer.

Versteeg zou het voordeel dat werknemersspaarregelingen kunnen bieden aan pseudo-werknemers, niet zwaar willen laten tellen bij de afweging. Er zijn hem namelijk voor de toekomst vier verschillende belastingscenario’s van het ministerie van Financiën bekend en in twee van de vier willen ze de werknemersspaarregelingen afschaffen. Deze spaarregelingen zijn naar zijn idee waarschijnlijk geen lang leven meer beschoren.

Nieuw voor de predikant (de pseudo-ondernemer) is dat hij een balans en een resultatenrekening zal moeten opstellen. Die mogen heel simpel zijn. Een opsomming van de bezittingen en van de schulden (niet privé) is voor de balans voldoende. Een lijst met opbrengsten, kosten, streep eronder en dan het eindbedrag kan dienst doen als resultatenrekening.

Als in het verleden alle boeken zijn afgetrokken, is hun waarde nihil en hoeven ze niet op de balans. Zijn ze in het verleden nog niet ten laste van het inkomen gebracht, dan kunnen ze er wel op en mag er op worden afgeschreven. Het aftrekken van een zwart pak als werkkleding wordt „heel lastig.” Mr. Versteeg: „Als je op straat kijkt, zie je dat het een vrij algemeen gebruiksartikel is geworden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer