Studentenprotest is individuele aangelegenheid
Van een studentenvereniging kun je geen stellingname verwachten over de studentenprotesten, reageert Matthijs Appelman.
Met verbazing lazen wij het artikel van Benschop en Vogelaar in RD 28-2. Ze menen dat christelijke studenten zich te midden van de studentenprotesten in stilzwijgen hullen en baseren zich daarbij op een “meningspeiling” onder besturen van christelijke studentenverenigingen. Onze vereniging heeft daar echter geen bijdrage aan geleverd. Maar voor het gemak scheren ze wel alle christelijke studentenverenigingen over één kam, alsof die met één stem zouden spreken. Met vreugde lazen we dan ook de reactie namens de CSFR (RD 2-3) die het een en ander tegensprak, maar ook deze auteurs spreken niet namens ”de christelijke student” – mocht die al bestaan.
Laat ik beginnen door te stellen dat ik, als christelijk student, heb meegelopen bij de protestmars van 25 februari, dat ik afgelopen week meerdere keren het Maagdenhuis heb bezocht en dat ik actief betrokken ben bij verschillende organisaties die zich alle op geheel eigen wijze inzetten voor verbetering van het academisch onderwijs. De suggestie dat er stilte en apathie zou heersen onder de christelijke studenten is dus simpelweg een misvatting. Er zijn zeker wel afzonderlijke leden betrokken bij dergelijke protesten en projecten, het gebeurt alleen niet en masse vanuit de vereniging.
Gereformeerd academicus
Gekeken naar de gehele studentenpopulatie is dit ook niet zo vreemd. Slechts zo’n 3 procent van de UvA-studenten was aanwezig op de genoemde demonstratie. Ervan uitgaande dat de demonstranten alle Amsterdamse studenten vertegenwoordigden, zowel van de VU als van de UvA, was slechts zo’n 2 procent aanwezig. Met een vereniging van rond de vijftig studenten waren wij op deze demonstratie met een vertegenwoordiging van één persoon al oververtegenwoordigd, en daarbij vergeet ik voor het gemak even dat onze vereniging voor zo’n 40 procent uit hbo-studenten bestaat.
Het storendst aan het artikel van Benschop en Vogelaar is echter nog wel dat zij ons bestaansrecht in twijfel trekken op het moment dat wij ons niet inzetten voor de bloei van de universiteit, hetgeen hier in hun ogen gelijkstaat aan steun voor de bezettingen en demonstraties. In onze statuten staat dat onze vereniging tot doel heeft de wording tot gereformeerd academicus. Het feit dat jaarlijks nieuwe studenten zich bij ons aanmelden die zich kunnen vinden in onze doelstelling van het zoeken naar het raakvlak tussen wetenschap en gereformeerde identiteit bewijst ons bestaansrecht.
Debat faciliteren
Dat wij ons niet met één stem uitspreken over de bezettingen doet daar niets aan af. Onze doelstelling bevat geen politieke stellingname.
Bij ons op de vereniging maken de leden elk hun eigen afwegingen over dergelijke onderwerpen. Onze rol als bestuur daarin is enkel het debat te faciliteren. Ook bij andere zaken, zoals de aankomende verkiezingen, nemen wij als vereniging geen stelling omdat men vanuit een christelijke overtuiging tot verschillende antwoorden kan komen. Een gezamenlijk standpunt zou gelet op onze diversiteit zelfs onwenselijk zijn. In onze vereniging is het christelijk geloof altijd het uitgangspunt, maar de ruimte die wij elkaar geven in onze antwoorden getuigt juist van de kritische houding die studenten zouden moeten hebben.
Wij zijn academisch betrokken –en daarmee betrokken bij de academie– maar dat betekent niet dat wij daarmee alle problemen en oplossingen van de bezetters voor de volle honderd procent onderschrijven. Ook sluiten wij ons niet aan bij het gejeremieer over het vermeende negatieve karakter van demonstraties en bezettingen. Wij nemen geen stelling in, en zo hoort dat ook op een studentenvereniging. Als Benschop en Vogelaar graag een uitgesproken christelijke aanwezigheid willen zien bij het Maagdenhuis dan zouden ze er beter aan doen contact op te nemen met de jongerenorganisaties van de SGP en de CU. Die schijnen wat meer met eenzijdig uitgesproken politieke standpunten te hebben dan wij.
De auteur schrijft dit artikel als fiscus namens het bestuur van de Gereformeerde Studenten Vereniging te Amsterdam (GSVA).