Binnenland

Medisch specialist: Onze behandeldrive is echt niet grenzeloos

HILVERSUM. Een donderdag gepubliceerd rapport van artsenorganisatie KNMG spreekt duidelijke taal: nogal wat artsen schieten door in hun wil om mensen beter te maken. Stel de zaken niet te simpel voor, reageert inten­sivist Gerard Innemee.

Jakko Gunst en Wim van Hengel
5 March 2015 12:07Gewijzigd op 15 November 2020 17:09
beeld ANP
beeld ANP

„Hebben wij het weer gedaan?” zucht Innemee, verbonden aan het Tergooi; een ziekenhuis met vestigingen in Hilversum en Blaricum. De specialist, werkzaam op de intensive care en behorend tot de gereformeerde gezindte, houdt zich al jaren bezig met de vragen die ook centraal staan in het KNMG-rapport. Hoe voorkomen we dat kwetsbare ouderen in de stervensfase onnodig naar het zieken­huis worden gebracht? Hoe kunnen we zorgen dat ze thuis in een zo rustig mogelijke omgeving overlijden, zonder op de intensive care nog allerlei overbodige, belastende behandelingen te moeten ondergaan?

Veel huisartsen en ziekenhuizen doen al enorm hun best om schadelijke overbehandeling te vermijden, stelt Innemee. „Dit rapport haakt aan bij de bezinning die in veel medische beroepsgroepen al volop gaande is.”

Van elke patiënt die wordt opgenomen in het Tergooi leggen artsen vast welk behandelbeleid er wordt gevoerd, benadrukt Innemee. „Maar het proces dat na een ziekenhuisopname volgt, is soms heel dynamisch. Stel, je krijgt midden in de nacht een hoogbejaarde en uitgemergelde, terminale patiënt op de afdeling spoedeisende hulp die door gealarmeerde ambulancebroeders naar het ziekenhuis is gebracht. Onervaren arts-assistenten missen soms nog het overwicht en het gezag om dan tegen de familie te zeggen: „We gaan uw vader heel goed helpen. We gaan vocht en voeding toedienen en antibiotica, maar we moeten ook constateren dat opname op de intensive care in dit stadium niet meer zinvol is.” Zo iemand kan dus toch code A krijgen, actief behandelen, en belanden op de ic.

Dan wordt de ene na de andere specialist opgepiept, bijvoorbeeld omdat de bloeddruk sterk omlaaggaat. In zulke situaties heb je gewoon de wijsheid en de senioriteit van een ervaren intensivist nodig om te voorkomen dat er geen overbodige behandelingen meer worden ingezet.”

Nogal wat artsen schieten door, stelt het rapport. Innemee: „Onze behandeldrive is echt niet grenzeloos te noemen. Veel ziekenhuizen hebben een spoedinterventieteam met senior specialisten die snel moeten beslissen wat te doen als een patiënt met uitgezaaide longkanker die al keer op keer is opgenomen en al jaren onder behandeling is, te maken krijgt met bijvoorbeeld zwaar longfalen. Vandaag de dag zijn dat echt geen ad-hocbeslissingen meer. Onderling en met de familie hebben artsen vaak vooraf al afspraken gemaakt over welke behandel­beperkingen wanneer van kracht worden. Zulke in een digitaal dossier vastgelegde beperkingen zijn voor zo’n team een belangrijk houvast.”

Als het rapport ervoor pleit om het afbouwen van een behandeling strakker te formaliseren en te protocolleren, is dat op zich geen verkeerde zaak, stelt Inne­mee. „Maar bedenk wel: hier nonchalant of onverschillig mee omgaan, is voor een beetje arts echt onbespreekbaar. Vandaag kan ik een patiënt ontslaan die zo veel mankeert dat ik moet zeggen: Als jij nu een hartstilstand krijgt, is reanimeren echt onverantwoord. Maar twee of drie maanden later kan diens conditie opeens fantastisch verbeterd zijn. Dus bij zijn ontslag kan ik vastleggen: niet reanimeren. Maar ook dan zal ik bij een nieuwe opname grondig kijken: Wat is wijsheid? Wat kan ik doen?”


„Ontloop fuik van het geld”

UTRECHT (RD). Artsen behandelen patiënten in de laatste levensfase geregeld te lang door. Ze kunnen steeds meer, maar dat is lang niet altijd wenselijk, zo staat te lezen in het vanmiddag gepresenteerde rapport ”Niet alles wat kan hoeft” van artsenorganisatie KNMG. Hoogleraar kwaliteit van zorg Gerrit van der Wal stuurde het proces aan. Artsen moeten meer gaan luisteren naar wat de patiënt wil. „Het is veel gemakkelijker om te zeggen: Ik heb nog een chemo­kuur, operatie of bestraling, dan om te zeggen: als het gaat om genezing zijn we eigenlijk uitbehandeld.” Van der Wal is een „beetje bezorgd” dat „de fuik van het geld” straks doorslaggevend wordt. „Dat moet niet. We moeten dit medisch-inhoudelijk benaderen. Aspecten die meetellen zijn de aard van de aandoening, de kans op genezing, leeftijd en het levensperspectief.” Hij benadrukt dat een patiënt het volste recht moet houden om tot het uiterste te gaan „ook al is er maar 3 procent kans op succes van een behandeling.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer