Wel begrijpelijk, niet verstandig
Meestal blijft het over een buurvrouw vertelde kwaad binnen één straat verborgen. Kwesties halen de pers als er een dominee of wethouder bij betrokken blijkt. Wanneer een populaire prins in opspraak is, lijkt ineens het hele land belang te hebben bij wat kletsmeiers produceren. Dat is nu aan de orde rond prins Bernhard, die na 1945 tal van functies vervulde in het culturele, sociale en economische leven. Het gaat echter over een prins die verdiensten heeft, maar -dat is gebleken- niet altijd op z’n tellen heeft gepast. Over een man die niet slechts lid van het Koninklijk Huis, maar ook zondaar is. Net als ieder ander.Diverse affaires uit het verleden -denk aan Lockheed- legden een schaduw over de reputatie van de prins. Nu staat de pers opnieuw bol van gemene en goeddeels onbewezen verhalen. Over buitenechtelijke kinderen, zijn oorlogsverleden en beschuldigingen aan het adres van zijn moeder. Het is goed voor te stellen dat zoiets verkeerd valt. De begeerte om zichzelf vrij te pleiten zit ieder mens -prins of krantenlezer- in het bloed. Dat verandert alleen als iemand zich voor God als zondaar leert kennen.
Het ene drama is nog niet voorbij -dat van prinses Margarita- of het andere komt op. Het meeste -niet alles- lijkt uit de dikke duim gezogen. De in de Volkskrant gepubliceerde open brief van prins Bernhard hult zich over de vraag of hij een buitenechtelijke dochter heeft in Parijs in stilzwijgen. En de voormalige directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) Van der Voet, die in het privé-archief van de prins dook om de vrijmakende waarheid boven tafel te krijgen, liet die kwestie bewust rusten.
Omstanders, christenen die zelf het verdriet over de zonde kennen, uiten zich overigens mild over anderen. Of dat nu een prins betreft of een putjesschepper. Niet omdat overtreding van Gods wet niet erg zou zijn. Christenen zijn kwaad als de zonde een pluim krijgt. Maar ook mild. Omdat ze weten hoe ze zichzelf van nature altijd proberen vrij te pleiten van schuld. Dat zit iedereen in het bloed. Of hij nu politieagent is of leverancier van damesmode. Een mens zoekt z’n eigen gelijk. Niemand wil verliezen. Behalve als God hem, via verlies, begenadigt met een andersoortige winst.
De prinselijke begeerte om te reageren -via de open brief- is dan ook goed verstaanbaar. En politiek Den Haag toont veel begrip. Ondanks staatsrechtelijke kanttekeningen. Het individualisme dat onze samenleving kenmerkt, verdraagt immers niet dat iemand z’n mond moet houden. Ieder mens zou recht hebben op een eigen mening. Hij moet die ook openlijk kunnen uiten. Dat geldt net zo goed voor leden van het Koninklijk Huis. Een christen die zichzelf kent, verheft zich niet boven een prins. Toegeeflijkheid echter die -zoals in de actuele cultuur- zonden eenvoudig aanvaardt, is totaal anders van karakter.
Een hoogleraar staatsrecht uit Tilburg vertelde de open brief „niet verstandig” te achten. Wegens problemen rond de ministeriële verantwoordelijkheid. Maar niet minder omdat er op deze manier een toenemend rumoer ontstaat over netelige onderwerpen. De auteurs die de prins aanklagen, zullen zich volgens Koekkoek verweren. Dat is waar. En het pakt altijd verkeerd uit voor de man van prinses Juliana. Zoiets is onbeheersbaar. Een gerucht schijnt in elke volgende publicatie meer waar te zijn. Zo vormt zich op den duur een ’vaststaand’ feit. Dat bij diepgaand onderzoek onbewezen blijkt. Publicisten zullen Bernhard degraderen tot speelbal.
Volgens LPF-fractievoorzitter Herben is het hoog tijd om de monarchie in een moderner jasje te steken. Daar is echter geen reden voor. Mensen moeten gewoon op hun tellen passen. Prinsen ook. En gereformeerden kunnen beter voor iemand bidden dan over hem kletsen.