Opinie

Overheid moet vrijstelling leerplicht respecteren

Afschaffing van de vrijstelling van de leerplicht is onwenselijk, stellen mr. Peter den Boef en mr. Bart Bouter.

mr. Peter den Boef en mr. Bart Bouter
3 March 2015 10:47Gewijzigd op 15 November 2020 17:05
„Het door Dekker aangevoerde argument dat vrijstellen een onwenselijke situatie zou zijn voor het kind, lijkt meer te zijn ingegeven door gevoel dan dat het recht doet aan feiten.” beeld RD, Jan-Kees Karels
„Het door Dekker aangevoerde argument dat vrijstellen een onwenselijke situatie zou zijn voor het kind, lijkt meer te zijn ingegeven door gevoel dan dat het recht doet aan feiten.” beeld RD, Jan-Kees Karels

De vrijstelling van de leerplicht staat onder druk. Volgens de Leerplichtwet zijn ouders verplicht om te zorgen dat hun kinderen als leerling bij een school staan ingeschreven en deze school geregeld bezoeken. Ouders kunnen hiervan alleen ontheffing krijgen als er in hun omgeving geen school is te vinden die aansluit bij hun geloofsrichting. In dat geval mogen zij hun kinderen thuis zelf onderwijs geven. Maar in de wet is niet opgenomen dat ouders daar dan toe verplicht zijn. In het belang van het kind vindt Dekker dat een onwenselijke situatie. Hij wil de mogelijkheid van die vrijstelling van de leerplicht daarom afschaffen, blijkt uit zijn brief van 27 oktober 2014.

Dat is onwenselijk en bovendien een inbreuk op de rechten van ouders. Maar niet alleen de staatssecretaris voert een strijd tegen de vrijstelling op godsdienstige gronden. Ook leerplichtambtenaren eisen steeds vaker van ouders dat zij hun gewetensstrijd en bezwaren concreet maken. De overheid dient zich daar echter niet in te mengen.

Al sinds de Grondwet van 1848 bestaat het recht op onderwijsvrijheid. Kort daarna kwam het onderscheid tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs. Het recht op onderwijs is zowel een sociaal als een klassiek grondrecht. Sociaal in de zin dat de overheid een zorgplicht heeft voor het mogelijk maken van onderwijs. Maar ook klassiek, in de zin dat de overheid ruimte geeft voor bijzonder onderwijs, waar de overheid zich van bemoeienis dient te onthouden. Juist dat klassieke grondrecht zorgt voor een diversiteit aan stromingen binnen het onderwijs. Ouders kunnen voor hun kind(eren) het onderwijs kiezen dat aansluit bij hun godsdienst of levensovertuiging. In dat verband wordt het begrip ”richting” gebruikt. Het sluit aan bij het recht van ouders om hun kinderen naar eigen wijsheid en inzicht op te voeden. Dus ook het opvoeden naar godsdienstige inzichten.

Bedenkingen

Ouders zijn in beginsel verplicht om hun kinderen in te schrijven bij een school. Dit staat met zoveel woorden in artikel 2 van de Leerplichtwet 1969. Maar wat nu als er in de regio waar je woont geen school is die aansluit bij jouw ”richting”? Dat er geen school in je regio is die aansluit bij je godsdienstige opvattingen? Dan komen we bij artikel 5 van de Leerplichtwet. Daarin staat: „De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school onderscheidenlijk een instelling staat ingeschreven, zolang zij tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning – of, indien zij geen vaste verblijfplaats hebben, op alle binnen Nederland – gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen hebben.”

Als er overwegende bedenkingen zijn, ben je vrijgesteld. Je moet dan wel voldoen aan de vereisten die staan beschreven in de artikelen 6 en 8 Leerplichtwet. Een beroep op vrijstelling op grond van artikel 5 kan bijvoorbeeld slechts worden gedaan als de kennisgeving de verklaring bevat dat tegen de richting van het onderwijs in de regio overwegende bedenkingen bestaan.

Concreet ben je dus vrijgesteld van de inschrijvingsplicht voor je kind op het moment dat je verklaart overwegende bedenkingen te hebben tegen de richting van de school. Een inhoudelijke uitleg daarvoor wordt door de wet niet gevraagd. Dat heeft er ook mee te maken dat het niet aan de overheid is om zich te bemoeien met het privéleven van ouders en hun godsdienstige overtuigingen. Daar gaat de overheid niet over. Het is een zaak van het geweten voor de betreffende ouders. Als je aan de eisen uit de Leerplichtwet voldoet voor vrijstelling, wordt deze vrijstelling daarom van rechtswege verleend.

Verhoor

De praktijk laat steeds vaker zien dat leerplichtambtenaren, die belast zijn met het toezicht op de leerplicht, een aanvullende verklaring eisen van ouders die hun recht op vrijstelling claimen. Op het moment dat ouders hier niet op ingaan worden ze uitgenodigd voor een officieel verhoor. En als dat onvoldoende verduidelijkt voor de leerplichtambtenaar, maakt deze een proces-verbaal op, dat wordt doorgestuurd naar het openbaar ministerie. De leerplichtambtenaar heeft geen wettelijke bevoegdheden om dit te doen in de situatie van ouders die op godsdienstige gronden vrijstelling vragen. En de wet is duidelijk; vrijstelling van rechtswege. Ouders die richtingbezwaren hebben vanwege hun godsdienstige overtuiging, kunnen niet worden verplicht tot het afleggen van een soort ‘geloofsbelijdenis’ waarom zij tegen alle scholen in de regio principiële bezwaren hebben.

Staatssecretaris Dekker moet zich eerst goed bezinnen op de juridische achtergronden van het bijzonder onderwijs en de vrijstellingsmogelijkheid. Fundamentele grondrechten dienen gerespecteerd te worden. De vrijstelling van artikel 5 van de Leerplichtwet moet blijven. Hoogstens kan worden nagedacht over aanvullende voorwaarden, maar afschaffing gaat veel te ver.

Het door Dekker aangevoerde argument dat vrijstellen een onwenselijke situatie zou zijn voor het kind, lijkt meer te zijn ingegeven door gevoel dan dat het recht doet aan feiten. Ook de leerplichtambtenaren moeten de godsdienstige gronden van ouders respecteren. Het dreigement van een proces-verbaal en het openbaar ministerie is in strijd met de wet. Als er één situatie onwenselijk is, dan is het de weg die Dekker en de leerplichtambtenaren zijn ingeslagen.

De auteurs zijn advocaat bij Janssens Den Boef Advocaten te Houten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer