Ook dat is Dordt!
Toegegeven. In het licht van het dagelijkse wereldnieuws stelt het niet veel voor. Ook vergeleken met allerlei berichten over de lotgevallen van christenen wereldwijd zal het nauwelijks aandacht trekken. En gemeten aan de grote opdracht van Christus aan de Zijnen om onderling één te zijn, is het maar een zwakke en nauwelijks begonnen poging. Toch koester ik de herinnering eraan en zal die meenemen naar mijn aanstaande standplaats Renswoude, nu ik er dezer dagen afstand van nemen moet.
Waar doel ik op? Op het bestaan van het Klein Convent van Dordtse predikanten. Zo’n twintig jaar geleden rees er bij enkele dienaren van het Woord in Hollands oudste stad behoefte aan contact met de plaatselijke collega’s, behorend tot de gereformeerde gezindte. Het kwam er, het bleef er en het is er nog. De initiatiefnemers stond voor ogen een periodieke ontmoeting zonder al te hoge kerkelijke ambities. Maar wel een zoeken van elkaar met de hoop op een ontmoeting van hart tot hart. Broeders die elk hun plaats in hun eigen kerkelijke huis hebben, maar die tegelijkertijd verlangen naar hartelijke herkenning en erkenning over de muren heen. Op grond van de Schrift en de gereformeerde belijdenis.
De gebrokenheid van reformatorisch Nederland is een kwaad ding. Schadelijk naar binnen en schandelijk naar buiten. Gereformeerde gezindheid is de verzamelnaam van al die denominaties. Ze gaat op de 19e-eeuwer Groen van Prinsterer terug. Maar wanneer we al te snel en te veel met die aanduiding schermen, is ze niet meer dan een pleister op de wonde van een slecht geweten. Het was in de jaren zestig van de vorige eeuw dat wijlen ds. G. Boer deze ontmaskerende typering gaf. Zo las ik het deze weken in het boeiende boek van dr. ir. Jan van der Graaf dat onlangs verscheen: ”Deelgenoot van een kantelende tijd”. Ik las er nog veel meer in. Bij tijden noemen we ons naar de naam van Calvijn. Hij was de man die zei ettelijke zeeën te willen oversteken, om meer eenheid van de gereformeerde belijders te bewerken. Maar wat wij, reformatorische christenen van Nederland, er in minder dan twee eeuwen van gemaakt hebben, is het absolute tegendeel. Het is één en al versplintering en verbrokkeling. En het gaat maar door. Kon in 1973 nog een boekje verschijnen onder de titel met de impliciete aanklacht ”Tien keer gereformeerd”, inmiddels is dat getal van tien verre van toereikend om er alle kerken en kerkjes onder te vatten.
Raar
Wat staat ons te doen? Het boek van Van der Graaf geeft een overzicht van wat er de laatste tientallen jaren al niet gedaan is. Op allerlei niveaus. Maar het werd met elk decennium erger en ernstiger. Ik citeer: „Telkens weer bleek dat als het over de kerkvraag ging, het lied van de drie koningen uit de middeleeuwen van toepassing was: Sy konden tot malkander niet komen, het water was veel te diep…” (blz. 269). De praktijk leert: het drijven naar kerkelijke eenwording is de oplossing niet. Zelfs de lang voorbereide kerkenfusie van 2004 had kerkscheuring en het ontstaan van nieuwe verbanden tot dramatisch gevolg. Ook zelf deed ik binnen mijn eigen kerken de ervaring op dat een geforceerde eenheid in de praktijk alleen maar vervreemding en verwarring oplevert.
Ik pleit voor de Dordtse variant waar deze mogelijk is. Die luidt eenvoudig: zoek elkaar als plaatselijke of regionale kerken op. Te beginnen met de dienaren en eventueel de kerkenraden. Zoals een van mijn Dordtse collega’s het eens zei: „Ik heb weinig met eenheidsdrijvers die het van structuren verwachten. Geef mij maar het pretentieloze van het Klein Convent. We bidden met elkaar, lezen uit de Bijbel en ervaren een verbondenheid die soms groter is dan die binnen de eigen kerk. Dat is de eenheid waar ik wat mee heb. (…) Eenheid moet je beléven! Als het goed is, gaan we zo met elkaar om, dat op een dag iemand zegt: Wat raar dat we dit nog gescheiden doen…”
A Dieu, broeders van het Klein Convent. Ga voort op hoop van zegen!
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl