EU-doelstelling voor innovatie lijkt ver weg
LUXEMBURG (ANP). De uitgaven aan innovatie (R&D) nemen amper toe in Europa. In het huidige tempo ziet het er naar uit dat de Europese doelstellingen op dit vlak voor 2020 bij lange na niet gehaald gaan worden. Europa loopt ook achter op de concurrentie in Azië en Amerika. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd rapport van het Europese statistiekbureau Eurostat.
In 2010 is in Brussel afgesproken dat R&D-uitgaven in 2020 tenminste 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de lidstaten uitmaken. Toen bedroegen die uitgaven nog 1,9 procent van het bbp. Volgens de meest recente gegevens, uit 2013, is dat inmiddels gestegen naar 2,02 procent. Maar in dat laatste jaar steeg het cijfer nauwelijks meer.
Grote economische ongelijkheid lijkt roet in het eten te gooien. Het ziet er naar uit dat de meeste noordelijke landen de doelstellingen wel gaan halen. Denemarken voldeed in 2013 al aan het doel en Duitsland bijna. Maar in Zuid- en Oost-Europa liggen de verhoudingen heel anders. In landen als Roemenië, Griekenland en Cyprus bedragen de R&D-uitgaven nog minder dan 1 procent van het bbp.
In Nederland werd in 2013 een kleine 2 procent van het bbp aan onderzoek en ontwikkeling gespendeerd. Ons land toont echter wel vooruitgang. Bovendien ligt de nationale doelstelling hier iets lager, op 2,5 procent.
De gegevens van Eurostat laten zien dat Europa ook bij andere doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, onderwijs en werkgelegenheid, nog een lange weg te gaan heeft. Vooral bij de werkgelegenheid ontbreekt progressie, nu het in veel landen economisch nog altijd minder gaat. In 2013 had gemiddeld 68,4 procent van de beroepsbevolking in Europa een baan, evenveel als in 2012. Het streven is dat dit in 2020 voor driekwart van de bevolking geldt.
Nederland schiet vooral tekort op het terrein van hernieuwbare energie en de uitstoot van broeikasgassen. Dit kwam eerder ook al meerdere keren naar voren uit cijfers van het Nederlandse statistiekbureau CBS. Eurostat baseert zich hier nog op gegevens over 2012.