Bombardement Bezuidenhout door tragische vergissing
DEN HAAG. „Je zag de mensen overal heen hollen, hollen, hollen. Maar welke kant je ook uit holde, overal was er brand.” Meer dan 500 mensen kwamen om het leven toen de Haagse wijk Bezuidenhout op 3 maart 1945 werd gebombardeerd. Een tragische vergissing.
Een fraaie toren met een heel hoge spits. Een hypermodern zwembad. Rijen statige huizen. Pleinen en monumenten. Het Bezuidenhout had allure. Tot de wijk verpulverd werd.
Dwars door het aangrenzende Haagse Bos liep een 27 meter brede tankgracht, onderdeel van de Atlantikwall, die een geallieerde aanval op de kust moest dwarsbomen. Vlak achter die linie werden V2’s afgeschoten richting Londen. Een doelbewuste keuze: onder bomen die de installaties aan het zicht onttrokken, maar ook dicht bij een woonwijk.
De raketten waren gevreesd, ook in Nederland, want ze stortten nogal eens voortijdig neer. Enkele honderden van deze nieuwe wapens, die niet te onderscheppen waren, vlogen het Kanaal over en zaaiden in Londen dood en verderf: ongeveer 3000 inwoners kwamen om, meer dan 6500 raakten zwaargewond en de verwoestingen waren groot.
De Britten wilden er een eind aan maken. Dat was moeilijk, want de V2’s werden op een mobiele lanceerinstallatie aangevoerd. Binnen twee uur tijd kon de raket rechtop worden geplaatst, volgetankt en gelanceerd. Daarna werd de installatie weggereden. Een bombardement zou dus alleen in die twee uren effect hebben.
Het Haagse Bos was een van de drie locaties in en rond de hofstad waar de raketten werden afgeschoten. In Melsbroek bij Brussel en het Franse Vitry-en-Artois werden 56 Britse bommenwerpers in gereedheid gebracht om 2 punten langs de Leidsestraatweg in het Haagse Bos aan te vallen. Ze hadden zo’n 67.000 kilo brisantbommen aan boord.
Precies verkeerd
In de vroege morgen van 3 maart 1945 stegen de vliegtuigen op. Vijf van de toestellen moesten vanwege mankementen voortijdig terugkeren. De andere bommenwerpers wierpen hun last uiterst nauwkeurig af… op de verkeerde plaats.
Een jonge, onervaren officier had op de vliegkaarten het richtpunt moeten aangeven: horizontaal 042, verticaal 064. Hij markeerde: horizontaal 064, verticaal 042. Dat was 1250 meter van de bedoelde locatie, precies op de kruising van de Schenkstraat en de Louise de Colignylaan.
Het was niet de enige misser. Ten onrechte dachten de geallieerden dat er geen mensen meer woonden in het gebied rond de doelen die ze voor ogen hadden. Er was geen rekening mee gehouden dat de wind naar het noorden was gedraaid en in kracht was toegenomen. De inzet van bommenwerpers van middelbare grootte in plaats van de lichtere jachtbommenwerpers gebeurde zonder overleg met de Nederlandse regering in ballingschap. Door de laaghangende mist konden de piloten niet zien waar ze waren.
Verwoesting
Paleis Huis ten Bosch bleef gespaard, maar in de wijk pal erachter werden 3300 huizen, 290 winkels en bedrijfspanden, 10 openbare gebouwen, 9 scholen en 5 kerken met de grond gelijkgemaakt. Veel andere gebouwen waren beschadigd. Meer dan 500 mensen kwamen om en er waren 250 zwaargewonden. De overlevenden vluchtten massaal richting Voorburg. Vele duizenden van hen raakten dakloos.
Met gevaar voor eigen leven schoten andere Hagenaars te hulp. Ze moesten zich behelpen met paard-en-wagen of handkarren omdat de Duitsers de ziekenauto’s hadden gevorderd en omdat er geen brandstof was. Ook bij de brandweer had de bezetter materieel ingepikt. Doordat ook waterleidingbuizen waren getroffen, was er gebrek aan bluswater.
De herbouw van de wijk duurde meer dan zestig jaar. Er kwamen veel eenvoudige woningen en rijkskantoren tot stand. Tussen al die bouwwerken staat sinds 1995 het monument ”Menselijke vergissing”, als herinnering aan die fatale fout in Frankrijk die het Bezuidenhout in een troosteloze puinhoop veranderde.
„Zeker geheel vermorzeld”
Een van de slachtoffers was de 29-jarige Pieternella Klein uit Piershil, in de Hoeksche Waard, die in de hofstad in de huishouding werkte. Ds. P. Honkoop, predikant van de Haagse gereformeerde gemeente, schreef aan haar familie: „Ik heb tot nu toe er mede gewacht, in de hoop dat Nel Klein met haar Mijnheer en Mevrouw in het een of ander ziekenhuis mocht gevonden worden. Hiermede kan ik u, tot mijn spijt en leedwezen, niet troosten.
Ik zal trachten de zaak eerlijk mede te deelen. Zaterdagmorgen is Den Haag verschrikkelijk gebombardeerd en voornamelijk het Bezuidenhout. Om kwart voor acht des morgens was ’t dienstmeisje van Krijgsman bij hun in huis. Nauwelijks had zij het huis van Mevr. Arends verlaten of een zwaar bombardement barstte los boven hen, waarvan een der eerste bommen op het huis van Mevr. Arends terechtkwam. Door deze voltreffer van zwaar caliber stortte hun huis met een naburig geheel in elkaar of uit elkaar geslagen. Kort daarop stond de geheele boel in brand, en zijn zeker Nel en Mevrouw en Jan geheel vermorzeld.
Al de ziekenhuizen zijn we afgegaan, maar nergens eenig spoor van hen te vinden, ook op de doodenlijst van vele honderden komt zij niet voor. Het staat dus vrij vast, dat ze alledrie onder het puin bedolven zijn. Ze zijn daar thans aan het opruimen, maar tot nu toe weinig resultaat. Een nekwervel werd gevonden. Vermoedelijk zal er weinig of niets meer van het stoffelijk lichaam over zijn.
Mijn boodschap is hard, de toestand verschrikkelijk voor het ouderlijk hart en hartverscheurend en voor ons smartelijk. En voor Nel, ik geloof dat dit de weg was tot haar eeuwige verlossing. Ik schrijf dit niet om u honig om den mond te smeren; maar het is mijn vaste overtuiging dat de wortel der zaak bij haar gevonden werd, wat ik Zondag openlijk in de kerk gezegd heb.”
Herdenking en herinneringen
De herdenking van het bombardement op het Bezuidenhout heeft altijd op zondag plaats, dit jaar op 1 maart, al is dat twee dagen voor de rampdatum.
De Haagse wethouder Van Engelshoven opende op 13 februari een wandelroute langs dertien locaties waar borden zijn geplaatst met foto’s en verhalen van voor en na het bombardement. In de week daarna werd op de basisscholen in de wijk het nieuwe lespakket over de luchtaanval in gebruik genomen.
Het stadhuis heeft in het atrium een fototentoonstelling over de luchtaanval. In bibliotheek Haagse Hout (Theresiastraat 195) wordt op 2 maart (18.30 uur), 3 maart (13.30 uur) en 5 maart (10.00 uur) een nieuwe documentaire over het Bezuidenhout van voor, tijdens en na de ramp getoond. Op 10 april start in het Museon een tentoonstelling over de Atlantikwall. Het boek ”Vergissingsbombardement” is ter gelegenheid van de zeventigste herdenking herdrukt.