Joodse inwoners Hasselt krijgen gezicht terug
HASSELT. Stil werd het, nadat op 27 april 1943 de laatste Joodse inwoners van het Overijsselse Hasselt werden opgehaald. Het bleef stil, ook na de oorlog. Het Joodse leven was simpelweg uitgewist. Geke Mateboer (54) geeft de Joodse Hasselters hun gezicht terug in haar boek ”Voor ons komt de bevrijding te laat”.
In het kleine Hasselt woonden drie Joodse gezinnen, elf personen. Het ging om de families Marcus, Meijer Keijzer en Keizer. De Keizers waren ijzerhandelaars, de Marcussen verdienden hun brood in de veehandel en de Meijer Keijzers hadden een slagerij. Bernhard Marcus zei in het voorjaar van 1942 tegen een boer waar hij was om vee te kopen: „Voor ons komt de bevrijding te laat.” Het werd de titel van het boek. Het Joodse leven in Hasselt verdween tussen september 1942 en mei 1943. Acht personen werden vermoord, drie overleefden door onder te duiken.
Werden ze eigenlijk wel gemist, Saar en Simon Keizer, David Meijer Keijzer, Philip Marcus en Zientje Marcus-Vos en hun bijna 3-jarig zoontje Bernhard Jacob, Bernhard Marcus en Henriëtta Marcus-Keijzer? Zij vormden in 1940 de kern van het Hasselter Joodse leven. „Je zou verwachten dat er een gapend gat was geslagen in het stadje met 1200 inwoners. Nee, ze werden ogenschijnlijk niet gemist. Het was alsof ze nooit hadden bestaan”, zegt Geke Mateboer. „Dat houdt mij nog steeds bezig. Hoe kon een stadje als Hasselt gewoon verder leven?”
Mateboer, die nu in Deventer woont, kwam in 1997 in het Hanzestadje Hasselt wonen. Haar buurman vertelde dat schuin tegenover haar ooit de woning stond van Saar en Simon Keizer. Op 14 mei 1943 werden ze vermoord in Sobibor. Drie jaar geleden schreef Mateboer voor de plaatselijke krant een column over haar vermoorde ‘overburen’. Daardoor belandde ze uiteindelijk op de bank bij Bernard Marcus, kleinzoon van Hasselter Bernhard Marcus die in 1942 met zijn vrouw Henriëtta omkwam in Auschwitz. Kleinzoon Bernard ging later weer in Hasselt wonen. Hij had een kist in zijn bezit die jarenlang niet open was geweest. Hierin zaten foto’s en documenten over het Joodse leven in Hasselt. Mateboer: „Toen wist ik het: ik kan niet meer terug. Ik wil deze mensen hun gezicht teruggeven.”
Wie waren Bernhard, Saar, Simon, Henriëtta en al die anderen? Hoe leefden ze en welke rol speelden ze in de lokale samenleving? Het waren vrome, hardwerkende mensen. Ze vielen niet op. Door intensief speurwerk van Mateboer kregen de Joodse Hasselters langzamerhand hun gezicht terug. De speurtocht leverde foto’s, brieven, klassenfoto’s, anekdotes, verslagen van huwelijksfeesten en kaarten op.
De gezinsleden van de families Marcus, Meijer Keijzer en Keizer kwamen uit de mist van het verleden te voorschijn. Het waren gewone mensen met hun onhebbelijkheden, gewoonten en dingetjes. Net als iedereen.
Het schrijven van het boek, dat ze tussen 2012 en eind vorig jaar deed, was voor Mateboer soms best zwaar. De radeloosheid van de Joden sijpelde haar geest binnen. „Eerst mag je je beroep niet meer uitoefenen. Dan moet je je fiets, je auto, je radio inleveren. Dan mag je je niet meer vertonen in het café, het park, op de ijsbaan. Dan mag je niet meer bij je buren en je vrienden komen. Je grond, je bezittingen worden in beslag genomen. Dan komen ze je halen en verdwijn je van de aardbodem. En dan zeggen de anderen, die erbij waren, die het zagen gebeuren, dat ze het niet hebben geweten. Iedereen kon het zien. Er waren aanplakbiljetten, berichten in de krant, de bordjes bij het café, het park, de ijsbaan en de lege huizen en winkels.”
De stilte die na het wegvoeren van de Joden intrad, bleef. Er was weinig te vinden over hen en zelfs op het oorlogsmonument in Hasselt ontbraken hun namen. Pas in 1989 werd deze misser goedgemaakt. Onder aan het monument kwam een leistenen dorpel met de tekst: ”Gedenk het leed van onze Joodse stadgenoten”. Nog altijd geen namen.
De boekpresentatie van ”Voor ons komt de bevrijding te laat” is vandaag om 16.30 uur in De Schakel in Hasselt. De Stichting Herdenking Joods Leven Zwartewaterland –in 2013 opgericht– onthult op 14 april een monument op de kleine Joodse begraafplaats in het stadje. Daarop staan de namen van de acht vermoorde Hasselter Joden. Plaatselijk kunstenaar Han Ferwerda maakte de stenen zuil, die de vorm heeft van een deurstijl.