Leven in het Bijbelse hartland
QEDUMIM. Joden moeten zich in het Bijbelse hartland van Judea en Samaria kunnen vestigen, ook als dat ten koste van vrede gaat. Sondra Baras: „Wij hebben ermee ingestemd de prijs van het wonen in Eretz Israël te betalen.”

Aarzelend klimt de zon over de heuvels van Judea. Weldra bedwingen de eerste stralen de toppen van het kale gebergte en storten zich op de Eeuwige Stad. Winter in Jeruzalem.
Het verkeer is even hectisch als altijd. Maar bij het checkpoint dat toegang tot Samaria biedt is het rustig. Enigszins verveeld wuiven piepjonge soldaten de voertuigen door. Slechts een enkele auto, steevast bestuurd door Palestijnen, wordt aan een nadere inspectie onderworpen.
Ben je eenmaal op de Westelijke Jordaanoever, dan is het opletten geblazen. Eén verkeerde afslag kan je zomaar in een Arabisch dorp doen belanden. Gele Israëlische kentekenplaten maken steeds vaker plaats voor de groene nummerborden van de Palestijnse Autoriteit. Verhalen over aanslagen op auto’s van Joodse kolonisten spoken door het hoofd.
Sondra Baras kan erover mee praten. Ze verloor een zwager en een neef bij een aanslag. Maar ze is vastbesloten in Samaria te blijven wonen, vertelt ze in het plaatsje Qedumim, op slechts enkele kilometers afstand van de Palestijnse stad Nablus.
„Wij hebben ermee ingestemd de prijs van het wonen in Eretz Israël te betalen”, legt Baras uit. Ze haalt een kaart van het gebied tevoorschijn. „Dit is ons Bijbelse Thuisland”, zegt ze terwijl ze op Judea en Samaria wijst. „Door onze aanwezigheid hier, zijn wij hét probleem van de wereld geworden.”
Dat is niet altijd zo geweest, herinnert Baras zich. „Ik weet nog dat ik zonder problemen naar Sichem (Nablus, RD) kon gaan om kleding te kopen en mijn rijbewijs te laten verlengen. Nu is dat voor ons oorlogsgebied.”
En dat heeft consequenties voor de Joodse inwoners van dit deel van het land, weet de Israëlische als geen ander. „Onze burgemeester was lange tijd tegen het plaatsen van een afrastering rond het dorp. Zet maar een hek om de Arabieren, zei ze altijd.”
De afrastering kwam er, inclusief thermische camera’s, om indringers op afstand te houden. Ondanks intensieve patrouilles door het leger wordt bijna wekelijks een infiltratie gemeld. In het nabijgelegen Itamar werd in 2011 een compleet gezin in hun slaap door Palestijnse terroristen met messen afgeslacht.
Desondanks laat Baras zich niet verjagen. „Het zionisme gaat er juist van uit dat we de staat Israël door het stichten van nederzettingen moeten opbouwen. Niet alleen om daarmee het land te bewonen, maar ook om de Joodse waarden te verbreiden.”
Baras hoopt dat er ooit vrede tussen Israëliërs en Palestijnen zal komen. Maar dan, strijdvaardig: „Als dat echter betekent dat ik mijn huis uit moet, dan liever geen vrede. Kijk wat er in Gaza is gebeurd. Dat heeft bewezen dat terugtrekking en het overdragen van land gewoon gevaarlijk is.”
Het verlaten van „de gebieden”, zoals Israëliërs de Westelijke Jordaanoever doorgaans aanduiden, heeft iets meer voeten in de aarde. Nauwgezet controleren militairen bij het checkpoint wie zich naar Israël wil begeven.
De zon daalt af naar de kustvlakte. De winternacht valt over de Eeuwige Stad.