Cadillac CTS: Uitdaging voor de ‘Duitsers’
Cadillac is back. Op het Europese continent althans. Eigenlijk is het Amerikaanse prestigemerk nooit weggeweest, maar het was ook niet echt zichtbaar. Als het aan General Motors ligt, wordt dat anders. Met nieuwe auto’s volgens nieuwe inzichten.
Amerikaanse auto’s zijn nooit bijzonder succesvol aan deze zijde van de oceaan. Uitzonderingen als de Chrysler Voyager niet meegerekend. Voor de Amerikaanse limousines van Ford en General Motors bleek er slechts een selecte doelgroep zijn. Merken als Buick, Pontiac en Oldsmobile zijn hier reeds jaren voltooid verleden tijd. Cadillac leed een kwijnend bestaan met een model dat door zijn prijsstelling slechts voor weinigen bereikbaar was en dat zich niet positief kon onderscheiden van de uitgebalanceerde limo’s uit Duitsland.
General Motors begreep dat het roer drastisch om moest en nam initiatieven in die richting. Als klap op de vuurpijl kondigde Cadillac onlangs aan speciaal voor Europa modellen met dieselmotor te gaan produceren. En sinds kort gaat het gerucht dat er een kleine Cadillac in aantocht is, gebaseerd op het platform van de Saab 9-3 Sport Sedan.
Vooralsnog is Cadillac in Europa van start gegaan met de CTS, die binnen afzienbare tijd gevolgd zal worden door de XLR en de SRX. Stuk voor stuk modellen die veel op elkaar lijken, met een opvallende styling. Het heeft even geduurd voor de CTS uiteindelijk naar Europa is verscheept. In de States is de auto namelijk zo populair dat de export naar de overzijde van de grote plas werd uitgesteld om eerst aan de vraag op de thuismarkt te voldoen.
Gewenning
De CTS is opvallend gestileerd en lijkt in eerste instantie kleiner dan hij in werkelijkheid is. Het is een auto die optisch gewenning vraagt; na een aantal dagen neemt de waardering toe. De scherpe lijnen en vlakken zijn gedurfd. Het geheel is wel goed in balans. Vooral de neus is erg fraai geboetseerd en oogt stoer en krachtig. De achterzijde is wat minder geslaagd.
Cadillac levert de CTC met twee krachtbronnen. Beide tellen zes cilinders en beide consumeren benzine. De kleinste heeft een cilinderinhoud van 2,6 liter en levert een maximumvermogen van 133 kW/181 pk terwijl de grootste uit 3,2 liter cilinderinhoud een maximumvermogen van 160 kW/218 pk weet te genereren. Het prijsverschil van 2100 euro doet vermoeden dat de overgrote meerderheid voor de beproefde CTS 3.2 V6 zal kiezen. Opvallend voor een Amerikaan is dat de auto standaard geleverd wordt met een handgeschakelde versnellingsbak. Uiteraard kan hij ook met een vijftraps automatische transmissie geleverd worden.
De combinatie van motor en bak is bekend van de Opels Vectra en Omega. Cadillac heeft de krachtbron aangepast aan de meer comfortabele missie van de CTS. Die wijzigingen hebben hun uitwerking niet gemist, want de krachtbron doet onder de motorkap van de Caddy een betere job dan in de Vectra Stationwagon. De zespitter maakt van de CTS een levendige auto. Daarbij valt de gemiddelde consumptie van 1 op 8,8 alleszins mee.
In tegenstelling tot de topmodellen van Opel drijft de motor de achterwielen van de Cadillac CTS aan. Cadillac laat geen gelegenheid onbenut om te vermelden dat de onderstelkwaliteiten van de Cadillac het resultaat zijn van talloze testexcercities op de roemruchte Duitse Nürburgring, waar ook de testrijders en ingenieurs van BMW, Mercedes en Porsche de puntjes op de i plegen te zetten. De inspanningen van Cadillac op dit circuit hebben hun sporen nagelaten want de Cadillac CTS is inderdaad op Europese leest geschoeid.
Veel wegcontact
De auto is comfortabel geveerd en prettig gedempt. De auto voelt lekker dynamisch en zelfverzekerd aan. Overhelneigingen in bochten zijn goed onderdrukt en de auto is voorzien van een prettig bekrachtigde besturing inclusief veel wegcontact. Voor het mooi zou de Caddy nog wat directer mogen sturen, maar in de competitie met zijn Duitse opponenten slaat de Amerikaan een uitstekend figuur. De enige serieuze kanttekening betreft de gevoeligheid van de auto voor richels in het wegdek. Die worden nadrukkelijk voelbaar doorgegeven.
Hoewel de vormen van de Cadillac CTS kunnen bekoren, doet de stilering van het interieur dat minder. Het dashboard oogt wat grof, een indruk die door de overheersende middenconsole wordt versterkt. De gebruikte materialen zijn evenmin van het niveau dat je van een auto in deze prijsklasse verwacht. De afwerking daarentegen is goed en op wat typische zaken na kun je vrij snel je weg vinden in de Cadillac. De comfortabele stoelen en de prima verstelmogelijkheden dragen daar een forse steen bij. Je kunt lekker diep zitten, waardoor de auto je als het ware omsluit. Voorin is er veel ruimte voor hoofd en benen. Achterin is het wat minder royaal maar nog altijd ruimschoots voldoende.
Cadillac heeft kortom met de CTS een opvallende maar fraaie auto op de weg gezet, die te midden van de Duitse hegemonie zijn mannetje staat. Daarmee is de auto een prima alternatief voor mensen die niet de vanzelfsprekende keuze voor een Duitser willen maken, maar diens kwaliteiten wel op waarde weten te schatten. Echt zorgen hoeven Audi, BMW en Mercedes zich evenwel niet te maken. Daarvoor is de CTS niet onderscheidend genoeg. Maar dat Cadillac sinds decennia een serieus alternatief voor de Duitse garde te bieden heeft, is een compliment meer dan waard.
Techniek
Cilinderinhoud: 3175 cc; maximumvermogen: 160 kW/218 pk bij 6000 tpm; maximumkoppel: 300 Nm bij 3400 tpm; acceleratie 0-100 km/u: 7,7 seconden; topsnelheid: 230 km/h.
Maten, gewicht en prijs
Lengte: 4828 mm; breedte: 1795 mm; hoogte: 1441 mm; wielbasis: 2880 mm; gewicht: 1728 kilogram; inhoud bagageruimte: 420 liter; brandstoftank: 68 liter. Cadillac CTS 3.2 V6: 49.600 euro.
Waardering
Plus: vormgeving, uitrusting, prestaties, weggedrag
Min: gevoeligheid oneffenheden, materiaalgebruik interieur
Alternatieven:
Alfa Romeo 166 Distinctive: 50.650 euro
Net als de Cadillac een auto voor onafhankelijke mensen. Die krijgen behalve een fraai koetswerk een prachtig interieur, waarvan in deze variant zelfs het dashboard geheel met leer is bekleed. Onder de motorkap huist een prachtige 177 kW/240 pk sterke zescilinder die de rest van het kwartet het nakijken geeft.
BMW 525i: 50.300 euro
De BMW 525i is net als de Cadillac een auto waaraan je moet wennen. Visueel althans. Eenmaal op de weg weet je meteen: dit is een BMW. De fraaie zescilinder is goed voor 141 kW/192 pk. Probeer de optielijst te negeren. Voor je het weet vermeldt de factuur een bedrag van dik 60 mille.
Mercedes-Benz E 240: 52.100 euro
De duurste is de sloomste. Met een 130 pk/177 pk leverende 2,6 liter zescilinder komt de Benz adem tekort om zijn uitdagers bij te benen. De auto is wel onwaarschijnlijk mooi afgewerkt. Zelfbeheersing is noodzakelijk: Mercedes heeft net als BMW een lange lijst met begerenswaardige maar dure opties.