Opinie

Leerplicht niet uitbreiden

PvdA-leider Samsom voerde twee weken geleden een pleidooi voor verlaging van de leerplicht. Volgens hem zouden kinderen al vanaf hun derde jaar naar school moeten. Of dit werkelijk een politiek strijdpunt gaat worden, is overigens de vraag. Het is ook maar beter van niet.

dr. C. S. L. Janse

23 February 2015 20:51Gewijzigd op 15 November 2020 16:53
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

De leerplicht is in Nederland al meer dan honderd jaar oud. Sinds 1 januari 1901, om precies te zijn, zijn de Nederlandse kinderen leerplichtig. Dat betrof toen kinderen van 6 tot 12 jaar. Ook de omliggende landen voerden in die tijd de leerplicht in. Frankrijk al in 1882, België in 1914. De moderne maatschappij kon geen analfabeten gebruiken.

Toch was het heel erg op het nippertje dat de eerste leerplichtwet in Nederland werd aangenomen. Met 50 tegen 49 stemmen passeerde die de Tweede Kamer. En dat was nog aan de wispelturigheid van een paard te danken. Graaf Schimmelpenninck, die behoorde tot de vrij-antirevolutionairen, was vast van plan om tegen te stemmen. Maar doordat hij van zijn paard gevallen was, kon hij niet aanwezig zijn bij de stemming. Anders was het wetsontwerp door het staken van de stemmen verworpen. Volgens de voorstanders van de wet was het paard verstandiger dan zijn meester.

Confessionele bezwaren

Op een enkeling na stemden alle confessionele Kamerleden tegen de voorgestelde Leerplichtwet. Een belangrijk bezwaar voor hen was dat de christelijke school veel minder overheidsgeld kreeg dan de openbare school. Leerplicht zou in een aantal gevallen ouders dwingen om hun kinderen naar de openbare school te sturen. Daarnaast leefde in christelijke kring de gedachte dat de verantwoordelijkheid van de ouders voor hun kinderen niet lichtvaardig mocht worden ingeperkt.

Aan de andere kant van het politieke spectrum bevonden zich de socialisten, toen nog maar een kleine groep. Zij vonden dat de overheid zich meer verantwoordelijk moest weten voor jonge kinderen en hun opvoeding. Invoering van de leerplicht moest, althans voor kinderen uit achterbuurten, gepaard gaan met schoolkleding en schoolvoeding.

Thans, meer dan een eeuw later, klinkt altijd nog wel iets door van die oude tegenstellingen. In socialistische kring is men geneigd kinderen al vroeg naar school te halen om hun daar te bieden wat thuis wellicht aan de opvoeding ontbreekt. In confessionele kring staan de waarde van het gezin en de verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van hun kinderen, altijd nog hoog genoteerd.

Emancipatiefactor

Onderwijs geldt en gold als een emancipatiefactor bij uitstek. Gratis onderwijs en studietoelagen zouden jongeren uit de lagere klassen (inclusief allochtone kinderen) kansen bieden die hun ouders nooit hadden gehad. Gelijke kansen voor iedereen is een principe dat breed onderschreven wordt.

Inderdaad bleek het onderwijs in veel gevallen ook zo te werken. Terwijl vader en moeder nauwelijks de lagere school doorlopen hadden, kregen hun kinderen toegang tot het hbo of de universiteit.

Steeds duidelijker blijkt echter dat het onderwijs ook een selecterende functie heeft. Veel kinderen uit lagere milieus komen met een forse achterstand binnen en vaak halen ze die achterstand niet meer in. Zo ze al niet tot de voortijdige schoolverlaters gaan behoren, blijft hun opleidingsniveau beperkt.

Komt dat omdat ze niet meer kunnen of omdat ze niet meer willen of omdat er te weinig gedaan is aan het creëren van een vergelijkbaar startniveau? Ook al hadden ze formeel gelijke kansen, dat betekende nog niet dat ze ook werkelijk dezelfde kansen hadden als kinderen die van huis uit meer bagage meekregen.

Verheffingsmachine

Vandaar de toenemende aandacht voor de begeleiding van peuters en kleuters. Amsterdam heeft inmiddels een tiental peuterscholen waar kinderen al vanaf twee en een half jaar naartoe kunnen. Samsom wil daarop voortbouwen. „Als we het in de toekomst aandurven om het schoolgaan al op 3-jarige leeftijd te beginnen, geven we een nieuwe impuls aan het onderwijs als verheffingsmachine”, zo schreef hij in de Volkskrant.

Nu is een eerste probleem al dat uitbreiding van de leerplicht naar jongere kinderen een hoop geld gaat kosten. Een bedrag van 400 miljoen werd genoemd. Een belangrijker bezwaar is dat op die manier de opvoeding en verzorging van jonge kinderen verder gesocialiseerd wordt en de betekenis van het gezinsverband daardoor wordt gereduceerd. Daar moeten we, als het even kan, niet aan meewerken.

Naarmate de overheid zich meer met de opvoeding van kinderen bemoeit, zal zij daarin ook meer willen sturen. En zeker voor orthodox-christelijke ouders geldt daarbij dat dat niet altijd een sturing zal zijn in een richting die zij verantwoord vinden.

Gerede twijfel

Bovendien is er gerede twijfel aan het nuttig effect van een vervroeging van de leerplicht. Amerikaanse studies laten vaak wel een positief effect zien van compensatieprogramma’s voor jonge kinderen uit achterstandsmilieus. Studies over de voor- en vroegschoolse educatie in Nederland bevestigen dat positieve beeld echter niet.

Vorig jaar publiceerden onderzoekers van de Nijmeegse Radbouduniversiteit over deze materie in het sociologische tijdschrift Mens & Maatschappij. Van een blijvend positief effect van voor- en vroegschoolse educatie op taal- en rekenprestaties was volgens hen geen sprake. Kinderen die met een achterstand de school binnenkomen, krijgen na groep 2 vaak geen extra stimulering meer. Wellicht is het nodig hun gedurende hun hele schoolloopbaan extra aandacht te geven.

Programma’s die zich richten op een verbetering van het educatief en cultureel kapitaal in de thuissituatie, blijken volgens het Nijmeegse onderzoek nog minder effect te hebben dan programma’s waarbij de training in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal gegeven wordt. Daar moeten we het dus ook niet van verwachten.

Mensen, jonge kinderen niet uitgezonderd, zijn toch minder maakbaar en stuurbaar dan het spreken over het onderwijs als verheffingsmachine suggereert. Niet toevallig kwam dat dan ook uit de socialistische hoek.

Schoolplicht

Om in deze gecompliceerde maatschappij te kunnen functioneren, moeten jongeren een heleboel opdoen aan kennis en vaardigheden, zoals ouderen voortdurend moeten leren om bij te blijven. Dat zal duidelijk zijn. De leerplicht heeft dan ook wel degelijk een functie. Maar dat betekent niet dat die naar beneden en naar boven steeds meer moet worden uitgebreid.

PvdA en CDA kwamen vorig jaar zelfs met een voorstel om de leerplicht voor jongeren zonder diploma te verhogen tot 21 jaar. Ook dat roept allerlei bezwaren op. Wat moet je op school met een groep ongemotiveerde jongeren? Een leerrecht voor jongeren die op een gegeven moment tot het inzicht komen (beter laat dan nooit) dat je in de moderne maatschappij zonder diploma niet ver komt, is een andere zaak.

Leerplicht moet ook niet zonder meer gelijkgesteld worden aan schoolplicht. Het is daarom een goede zaak dat de mogelijkheid van thuisonderwijs openblijft. Staatssecretaris Dekker wilde daar eigenlijk van af, maar dat riep in de Kamer veel bezwaar op.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer