De Raad van State bepaalde dat er ook voor zogeheten plattelandswoningen een beoordeling van de luchtkwaliteit moet plaatsvinden. Europese regelgeving eist dat bewoners worden beschermd tegen schadelijke stoffen in de lucht.

Deze week vroeg de Kamercommissie voor milieu aan minister Schultz van Haegen zich over 
de kwestie te buigen. De NVM vreest dat nu de wet opnieuw tegen het licht moet worden gehouden.

„Erg jammer, want hiermee gaan we opnieuw een traject in dat tijd vergt”, aldus voorzitter Arjan van der Waaij van de NVM-vakgroep Agrarisch & Landelijk Vastgoed zaterdag. „De wet is juist bedoeld om meer burgers in het buitengebied te laten wonen en zo leegstand op het platteland tegen te gaan. Het aantal agrarische ondernemers blijft dalen. Linksom of rechtsom zal er iets moeten worden geregeld voor de vrijkomende bebouwing. Het lijkt onvermijdelijk dat agrarische bebouwing in de toekomst vaker gesloopt gaat worden.”

Een plattelandswoning mag door niet-boeren worden bewoond, maar geniet niet dezelfde bescherming als een ‘officiële’ burgerwoning. De gedachte achter de wet is dat de bewoner bepaalde ongemakken accepteert, zoals geur en overlast door agrarische werkzaamheden. Boeren in de omgeving hoeven daardoor niet bang te zijn dat ze extra beperkingen krijgen opgelegd.