Pijn vanwege windhoos Tricht zit nog diep
TRICHT. Nog dit jaar moet er in Tricht een nieuw windhoosmonument komen. Het oude beeld werd drie jaar geleden gestolen. Pas toen bleek welke grote emotionele waarde het had. „De herinnering aan de windhoos zit diep. Erg diep.”
Op 25 juni 1967 werd het Gelderse dorpje Tricht getroffen door een enorme windhoos. „Een van de grootste natuurrampen in de geschiedenis van ons land met vijf doden, onder wie twee kinderen en circa twintig gewonden”, vertelt Theo de Bruijn, secretaris van het plaatselijk Historisch Genootschap en lid van de werkgroep Herstel Windhoosmonument.
Omdat veel mensen tijdens de ramp niet thuis waren, viel het aantal slachtoffers mee, zeker gelet op de enorme schade die er werd aangericht. Het natuurgeweld trok over een breedte van 250 meter een spoor van vernielingen in het dorp. In die strook werd een groot aantal woningen, winkels en werkplaatsen verwoest.
Als herinnering aan de ramp schonk een verzekeringsmaatschappij de toenmalige gemeente Buurmalsen een gedenkteken. Op het monument staat de tekst uit Johannes 13:7: „Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.”
Het beeld stelt mensen voor die door de windhoos in de lucht worden geslingerd. Het stond in een speciaal ingericht plantsoen, midden in het gebied waar het dorp destijds werd getroffen.
Begin januari 2012 werd Tricht opgeschrikt door de diefstal van het monument. „Het bronzen beeld was losgezaagd van de onderliggende steen en meegenomen”, herinnert De Bruijn zich. „Alleen de sokkel bleef achter. We vermoeden dat het de dieven om het brons te doen is geweest. Zeker weten doen we dat niet. Het beeld was weg en bleef weg; we hebben er nooit meer iets over gehoord.”
Volgens De Bruijn werd pas na de diefstal duidelijk wat voor een enorme symbolische en emotionele waarde het monument had voor met name de oudere bewoners van Tricht. „Het zit diep, erg diep. We hebben gesprekken gevoerd met inwoners waarbij de emoties hoog opliepen. Iemand zei: Ik doe geen oog meer dicht. Alles is weer boven gekomen.”
Ook sprak De Bruijn met reddingswerkers die destijds te hulp waren geschoten. „We zijn halverwege gestopt, de mensen konden geen woord meer uitbrengen.”
Voor andere ooggetuigen gold hetzelfde. „We spraken met een aantal mensen uit één gezin die de ramp als kind hebben meegemaakt. Ze verstopten zich in een gang. Toen de windhoos was verdwenen, was alleen dat gangetje nog intact. De rest van de woning was verdwenen. Het meisje dat destijds 4 was deed het woord; bij de anderen kwamen alle emoties weer boven.”
De afgelopen jaren hebben de inwoners acties op touw gezet om de 20.000 euro bij elkaar te brengen die nodig is voor het maken, plaatsen en beveiligen van een nieuwe bronzen sculptuur. Sponsorlopen van de plaatselijke basisschool, concerten, giften en een actie tijdens Koningsdag leverden pakweg 6000 euro op. Toen de gemeente Geldermalsen begin dit jaar 100.000 euro beschikbaar stelde voor plaatselijke initiatieven, zagen De Bruijn en zijn medebestuursleden een kans.
In totaal werden er 36 voorstellen gedaan waar inwoners op konden stemmen. De tien projecten met de meeste stemmen worden gerealiseerd. „We hebben vanwege de emotionele lading niet al te veel reclame durven maken. We zijn er zo omzichtig mogelijk mee omgegaan.” Desondanks eindigde het project op de zesde plaats, zodat het verzoek wordt gehonoreerd. Er komt 10.000 euro beschikbaar voor het monument.
„We zijn er in Tricht ontzettend blij mee”, zegt De Bruijn. „Marcus Ravenswaaij, die het monument maakte, is in 2003 overleden. Zijn weduwe Marijke Ravenswaaij-Deege, die ook beeldhouwer is, maakt aan de hand van foto’s een nieuw ontwerp. We mikten eerst op 25 juni als dag van plaatsing, maar dat halen we niet. Ons streven is nu om het beeld nog dit jaar te realiseren en zo de inwoners hun monument terug te geven.”