PSA Peugeot Citroen sneed in de kosten door het sluiten van een fabriek, het schrappen van banen en te besparen op ontwikkelingskosten voor nieuwe automodellen.

Sinds de samenwerking met het Chinese Dongfeng Motor slaat de Franse automaker zijn vleugels uit buiten de verzadigde Europese automarkt. PSA Peugeot Citroen herhaalde zijn doel een operationele marge van 2 procent te halen in de automotive divisie in 2018. „We lopen daarmee voor op ons wederopbouwplan”, zei topman Carlos Tavares in een verklaring.

Tavares voert een al eerder in gang gezette herstructurering door in Rusland en Latijns-Amerika. De vraag naar auto’s in Rusland zal waarschijnlijk met ongeveer 30 procent inzakken dit jaar en zo’n 10 procent in Latijns-Amerika, zei Peugeot.

In China verwacht de autofabrikant een stijging van de vraag van ongeveer 7 procent en in Europa denkt de autofabrikant 1 procent meer auto’s af te kunnen zetten.

De totale leveringen van Peugeot stegen vorig jaar met 4,3 procent tot 2.940.000 auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen. Dat is nog steeds ongeveer 18 procent minder dan in 2010, toen Peugeot een recordomzet van 3,6 miljoen auto’s meldde.

Peugeot verkoopt nu meer auto’s in China dan in zijn thuisland en wil verder uitbreiden in deze regio. Samen met Dongfeng is het de bedoeling om jaarlijks 1,5 miljoen voertuigen in China te verkopen in 2020.