Over de inhoud van de aan de Organization for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) overgedragen documenten is niets naar buiten gebracht. Wel zei het hoofd van de OPCW, de Argentijn Rogelio Pfirter dat de samenwerking tussen Libië en de OPCW „de internationale veiligheid zal vergroten.” Pfirter prees de openheid die de Libische autoriteiten tot nog toe hebben betracht in de contacten met de OPCW en riep andere landen ertoe op het Libische voorbeeld te volgen om zich te ontdoen van hun chemische wapens. Pfirter is naar Libië gereisd om daar de uitvoering van het verbod te bespreken.

Het Libische besluit om af te zien van het bezit van chemische wapens is enkele maanden geleden genomen door de Libische leider Muammar Gaddafi, die een einde wil maken aan de isolement waarin Libië verkeert en zich bereid heeft verklaard tot het nemen van een groot aantal maatregelen om weer te worden opgenomen in de internationale gemeenschap.

De Libische minister van Buitenlandse Zaken, Abdel-Rahman Shalqam, die donderdag in Den Haag een ontmoeting had met Pfirter, herhaalde de Libische wens zich te ontdoen van zijn massavernietigingswapens en de betrekkingen met het buitenland te herstellen.

Nu Libië is toegetreden tot het verdrag tegen chemische wapens hebben nog maar dertien landen dit niet ondertekend, waaronder Noord-Korea, Egypte, Irak en Syrië.