Cultuur & boeken

Molly, een abnormaal leuke hond

In ”De hond als medemens” schetst Pauline Slot het leven van een baas met hond. Door het hele boek heen loopt de dreiging van een baas zónder hond, want Molly is er niet meer, dat weet je al snel, en dus durf je als baas van een oude hond niet goed verder te lezen.

Clasina van den Heuvel

17 February 2015 04:54Gewijzigd op 15 November 2020 16:44
Pauline Slot met Molly. beeld De Arbeiderspers
Pauline Slot met Molly. beeld De Arbeiderspers

Eerst was Pauline Slot (1960) iemand zonder hond. Veel andere dingen was ze al wel, zoals een succesvolle schrijfster van romans, maar hondenbaas werd ze pas toen Molly kwam, een Duitse draadhaar uit Spanje. De komst van de hond zette zaken in een ander licht. Zoals succes. „Als Molly had kunnen kiezen, zou ze waarschijnlijk op mijn maatschappelijk falen hebben aangedrongen, want succes, dat was afwezigheid.” Oftewel: een baasje dat niet thuis was.

Ook gebeurde er iets met de contacten van alledag. „Het was of, met Molly aan de lijn, spontaniteit en sociaal gemak aan mijn persoonlijkheid waren toegevoegd. Bij onbekenden wist zij meteen de juiste toon te treffen, terwijl ik mezelf dan vaak nog aan het stemmen was, met gekras en schrille noten.”

”De hond als medemens” vertelt een macro- en een microverhaal. Het grote verhaal gaat over de hondenwereld in Nederland. Over alle spullen (manden, kussens, halsbanden) die je voor je het weet verzamelt, terwijl de hond rustig op de kale vloer gaat liggen. Over de juiste brokken en vers vlees. Over afgemeten losloopgebieden. Over de vergevorderde mogelijkheden op diergeneeskundig gebied, geïllustreerd aan de hand van de gebroken poot van een kanariepietje. Over dilemma’s rond de aanschaf van een rashond bij een fokker dan wel kneusje via Marktplaats.

Pauline Slot schetst in vogelvlucht een portret van de hedendaagse huishond – herkenbaar, met humor, maar waarin ook de vragen weerklinken: de jachthond wandelt in het eendenrijke park en de gezelschapshond moet alleen kunnen zijn. Het grootste dilemma in het boek duikt op rond de plek waar ze de hondenwereld „een wespennest” noemt: daar gaat het over de talrijke stichtingen die zich inzetten voor buitenlandse honden die hard hulp nodig hebben.

Het microverhaal –het echte verhaal– gaat intussen over Molly, die als pup werd gered uit een put en vrolijk en onbevangen Slots leven in banjert. Op het moment dat ze alleen naar Molly kijkt, in een groep spelende honden, weet Slot: „Dus ik hou van haar.” Om vervolgens een beschouwing te houden over de vraag of dat nou echt liefde is, tussen mens en hond. Ergens anders schrijft ze: „De hond is een uitnodiging tot tederheid die je af kunt slaan of aan kunt nemen.” Dit boek gaat over liefde en onvoorwaardelijkheid en afscheid.

Deze „abnormaal leuke hond” wordt ziek, ze is nog jong: leishmania, zo’n ziekte die honden uit Spanje onder de leden kunnen hebben. Daar komt dus een later dilemma uit voort: wat als je een volgende zielige hond een mooi leven kunt bieden, maar zelf misschien weer (te snel) door de pijn van een afscheid heen moet? Pijn doet het, dat maakt Slot feilloos duidelijk in haar nuchtere, niet-sentimentele boek dat juist daardoor hartverscheurend is: „Want als het klopt tussen mens en hond, dan klopt het ook helemaal. En als Molly al een nadeel had, dan was het misschien dat ze ons erg gelukkig maakte. Want nu is ze voor altijd weg.”


Boekgegevens

De hond als medemens, Pauline Slot;
uitg. Arbeiderspers, Amsterdam, 2014; 
ISBN 978 90 295 8947 5; 2014; 159 blz.; € 16,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer