Heb wat meer vertrouwen
De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) en Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) kunnen elkaar inzake Israël juist aanvullen, reageert ds. P. L. Voorberg.
De generale synode van de GKV besloot onlangs geen deputaatschap voor Kerk en Israël in te stellen. Volgens ds. Groenleer beïnvloedt dat het proces van eenwording tussen de CGK en de GKV nadelig (RD 6-2). Hij meent namelijk een nogal verschillende visie op Israël uit dat besluit te kunnen afleiden.
De eerste vraag is hoe erg het is als de CGK en de GKV verschillend zouden denken over Israël. We kunnen op dat punt van elkaar leren. Nu zal mij tegengeworpen worden dat we als GKV weinig bereidheid tonen van de CGK te leren, omdat we hun deputaatschap voor Kerk en Israël niet geraadpleegd hebben voor we ons besluit namen. Er is in de stukken inderdaad geen officiële melding van dergelijke contacten te vinden. Dat wil weer niet zeggen dat dit item buiten beeld is gebleven.
Wat is nodig voor eenwording? Dat je dezelfde deputaatschappen instelt? In alles hetzelfde bent en doet? Dat is in een huwelijk toch ook niet het geval? Waarom zouden wij zo nodig een deputaatschap voor Kerk en Israël moeten instellen, nu de CGK zo’n deputaatschap al hebben? Dat wij dat niet doen, mag juist een blijk van vertrouwen richting de CGK zijn. Er is in het algemeen in de gereformeerde wereld al veel aandacht voor Israël. Het is druk met missionaire werkers in Jeruzalem. Zou het veel toevoegen als daar ook nog deputaten van de GKV zouden gaan werken? Laten we nuchter zijn. Als daar al zo veel goed werk gedaan wordt, ook door de CGK, dan kunnen de GKV andere prioriteiten stellen.
Paraplu
Ds. Groenleer proeft in het niet instellen van een deputaatschap voor Kerk en Israël een bepaalde theologische benadering van Israël, die zelfs niet geheel vrij zou zijn van de vervangingsleer. Die foutieve benadering proeft hij ook in het feit dat we het Israëlwerk onder de paraplu van de afdeling Mission hebben geschoven. Nu kun je discussiëren over een term. Onder de paraplu van Mission hangt in de GKV een heel netwerk van missionaire organisaties. Daar zit een verzameling aan expertise. Daarom hoort ook het Israëlwerk daar thuis.
Dat wil niet zeggen dat er vanuit deze paraplu zonder onderscheid maar wat op los geëvangeliseerd wordt. Ieder terrein waar we het Woord uitdragen heeft zijn eigen kenmerken en dat heeft Israël ook. Je kunt dus uit het feit dat we het onder missiewerk scharen in geen geval afleiden dat we Israël en de Toraja’s op één lijn stellen, zoals ds. Groenleer veronderstelt. Dan zou je wat nauwkeuriger moeten kijken naar Mission en hoe die organisatie, dat semikerkverband, werkt. Misschien mag ik ds. Groenleer daartoe uitnodigen. Het zou veel van zijn zorgen en veronderstellingen wegnemen. Hang niet te veel op aan het woord ”Mission”.
Tegelijk mag toch wel vaststaan dat we Israël geen groter dienst kunnen bewijzen dan aan hen het levende Woord, dat is Christus, te verkondigen? Daarom hoeven we ook niet zo krampachtig het woord ”zending” te vermijden als het over Israël gaat. Wees gewoon eerlijk en zeg dat je hun het volle Evangelie wilt verkondigen, zending dus. Daar hoef je echt de Holocaust niet bij te halen. Recent heb ik nog in een brief de Joodse gemeenschap in Nederland een hart onder de riem willen steken vanwege de bedreiging van de Joden in Nederland. De CGK hebben zo’n bemoediging niet gestuurd. Daar ga ik toch ook geen ijselijke conclusies uit trekken ten aanzien van de CGK?
Vertrouwen
Ds. Groenleer meent ons te moeten voorhouden dat we Israël niet moeten vergeten. We moeten de bijzondere relatie tussen kerk en Israël wel honoreren. Maar dat spreekt vanzelf. Zo vaak je het Oude Testament leest, word je bij Israël bepaald en het is onbestaanbaar dat je dan niet aan het huidige Israël denkt. Die betrokkenheid is, volgens ds. Groenleer, een loze kreet als niet tegelijk de ontmoeting met Israël wordt gezocht. Hier wordt nogal wat afgeleid uit een besluit om iets niet te doen. Het lijkt beter om ons niet meer in de schoenen te schuiven dan wat we gedaan hebben en daar niet allerlei oordelen aan te verbinden over wat daar onuitgesproken achter zou zitten. Waarom zou onze houding, zoals gezegd, niet juist getuigen van heel veel vertrouwen in bijvoorbeeld de CGK, die wel een dergelijk deputaatschap hebben?
Ds. Groenleer zet het niet nemen van een besluit in het kader van de eenwording tussen GKV en CGK. Die moet op grond van ons besluit opnieuw worden doordacht. Altijd goed om dat weer te doen. We hopen nog steeds eens verwaardigd te mogen worden tot eenheid te mogen komen met de CGK. Negatieve interpretaties van een besluit om iets niet te doen dragen daar niet positief aan bij. Laat ik ds. Groenleer mogen uitnodigen wat meer een positieve bril op te zetten en meer vertrouwen te hebben in zijn zusterkerken. Er valt zo veel te genieten in de gereformeerde wereld. Zeker als je wat vertrouwen in elkaar hebt.
De auteur is vrijgemaakt gereformeerd predikant te Emmeloord en preses van de generale synode van de GKV.