Opinie

Loonoffer niet altijd negatief

Het loonoffer heeft ten onrechte een negatief imago, stelt mr. Loes Dreschler.

Mr. Loes Dreschler
13 February 2015 10:53Gewijzigd op 15 November 2020 16:40
beeld ANP
beeld ANP

Om te overleven nemen bedrijven ingrijpende maatregelen. Een actueel voorbeeld is het loonoffer dat V&D wil doorvoeren en waarover maandag een rechtszaak dient. Het loonoffer heeft een negatief imago. Ten onrechte. Een loonoffer kan werkgelegenheid redden. Maar het wordt wel tijd voor nieuwe regelgeving.

Er is sprake van een loonoffer als werknemers salaris inleveren zonder minder te gaan werken of een andere (lees ‘lagere’) functie te accepteren. De werknemer blijft hetzelfde werk doen, maar krijgt hiervoor voortaan een lagere beloning. Voor de werkgever heeft een loonoffer maar één doel: besparing op de loonkosten.

Voor werknemers is een loonoffer meestal ingrijpend. Ze hebben hun uitgavenpatroon afgestemd op hun inkomen en met name de vaste lasten zijn meestal niet eenvoudig terug te dringen. Een lager loon zorgt dan al snel voor problemen. Daarnaast heeft een loonoffer vrijwel altijd gevolgen voor de pensioenopbouw. Een lager loon leidt immers in beginsel tot een verlaging van de pensioengrondslag, waardoor er minder pensioen wordt opgebouwd.

Een van de belangrijkste nadelen van het loonoffer voor een werknemer is dat als het loonoffer niet het gewenste effect heeft en de onderneming alsnog genoodzaakt is om werknemers te ontslaan (of misschien zelfs failliet gaat), de WW-uitkering lager uitvalt. Een lager salaris leidt namelijk tot een lagere WW-uitkering, en dan worden de betrokken werknemers twee keer getroffen. Eerst moeten ze loon inleveren, en als dit geen effect heeft wordt het loonoffer ‘afgestraft’ met een lagere WW-uitkering. Voor werknemers wordt een loonoffer hierdoor nog eens extra ongewenst.

Nieuwe regelgeving

Een verzoek om een loonoffer gaat behoorlijk ver, zeker als het eenzijdig wordt opgelegd en de werknemers geen keus hebben, zoals bij het noodlijdende warenhuis V&D het geval is. Toch hoeft een loonoffer niet altijd negatief te zijn. Een loonsverlaging kan, mits je met de betrokken partijen in overleg gaat en de werknemers hier bewust voor kiezen. Er zijn mensen die dankzij het loonoffer dat ze jaren geleden brachten, nog steeds een baan hebben.

Voordat je als werknemer akkoord gaat met minder loon, moet je je dus goed bewust zijn van de gevolgen ervan. Ook dien je een goede inschatting te maken van de kansen op financieel herstel dan wel ontslag. Wanneer een bedrijf gered kan worden doordat alle werknemers een beetje loon inleveren, is dat veel voordeliger dan een WW-situatie waarin een werknemer er minimaal 30 procent op achteruitgaat. Loon inleveren kan dus wel degelijk voordelig zijn.

Nu het aantal noodlijdende bedrijven oploopt, is het belangrijk dat er meer aandacht voor het loonoffer komt. Ik denk dan specifiek aan nieuwe regelgeving, bijvoorbeeld over de WW-uitkering na een loonoffer (bijvoorbeeld uitgaan van het loon vóór het loonoffer). Op die manier is de kans groter dat er bedrijven gered kunnen worden en dat werknemers die met een loonoffer instemmen, minder risico lopen. Werknemers zijn dan eerder geneigd met een loonoffer in te stemmen.

Als CGMV hebben we in het verleden weleens afspraken gemaakt waarbij werknemers de werkgever in de vorm van een lening ondersteunden, die na verloop van tijd terugkwam bij de werknemers. Dit kan in de vorm van tijd, maar ook in geld en het helpt een bedrijf soms door een moeilijke tijd heen, met als bijkomstig voordeel dat de werkgelegenheid behouden blijft. Deze constructie kan als alternatief dienen voor een loonoffer.

De auteur is jurist arbeidsrecht bij de christelijke vakorganisatie CGMV.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer