Draaien baby in stuit verdient aandacht
ROTTERDAM. Om een baby in stuitligging voor de geboorte van buitenaf te draaien, daarvoor was sinds de jaren 70 steeds minder belangstelling. Echter, de laatste jaren wint deze praktijk weer aan populariteit. Met reden.
Het draaien van een baby in stuit naar een ligging met het hoofd naar beneden zorgt voor flink minder keizersneden, schreven Nederlandse verloskundigen deze week in BJOG, een vakblad voor verloskundigen en gynaecologen. „De afgelopen jaren hebben in ons land steeds meer aanstaande moeders gekozen voor een uitwendige versie. Met als gevolg dat het percentage kinderen dat in een stuit ligt bij de geboorte is afgenomen van 4,6 procent naar 3,6 procent”, zo schrijven de onderzoekers.
Jarenlang gold in Nederland het advies om bij een stuitligging zo veel mogelijk vaginaal te bevallen. Dat beleid veranderde drastisch toen in 2000 uit een grote internationale studie bleek dat de keizersnede veiliger is voor het kind. In korte tijd nam het percentage keizersneden vanwege een stuitligging toe van 50 naar 80 procent.
Een keizersnede geeft echter meer risico op complicaties dan een natuurlijke geboorte, zowel voor de moeder als het kind. Onder verloskundigen en gynaecologen nam daarom gaandeweg de belangstelling weer toe voor het gebruik om een baby in stuitligging tegen het einde van de zwangerschap te keren.
Omdat veel verloskundigen die vaardigheid niet meer hadden, zette de Nederlandse beroepsvereniging van verloskundigen, de KNOV, een trainingsprogramma op. Ook ontwikkelde de KNOV voorlichtingsmateriaal voor zwangeren en hun partner.
Verloskundigen die de cursus hebben gevolgd, mogen zich versiekundige noemen. Een poging om de baby van buitenaf te draaien, kan zowel in het ziekenhuis als in de verloskundigepraktijk worden gedaan.
Ariëtte van der Feen, verloskun- dige in Amsterdam, is een van die versiekundigen. Ze draait ongeveer veertig à vijftig baby’s per jaar. „Veel vrouwen vinden dat spannend. Achteraf geven ze meestal aan dat het is meegevallen. Vaak gaat het sneller dan ze verwachtten.” Aan de Nederlandse studie namen 2318 gezonde zwangeren deel. In bijna de helft van de gevallen –47 procent– was de poging de baby te draaien succesvol. Ook geeft de handeling amper complicaties voor moeder en kind.
Lukt de draaipoging in de 36e week van de zwangerschap, dan wordt 90 procent van de kinderen via natuurlijke weg geboren. Blijft het kind in stuit liggen, dan komt 77 procent met een keizersnede ter wereld. Van de 2318 zwangeren in de studie beviel uiteindelijk 43 procent met een keizersnede; zonder versiepoging zou dit zo’n 80 procent zijn geweest.
Onderzoekster Antje Beuckens van de KNOV zou graag zien dat de mogelijkheid om baby’s uitwendig te draaien meer aandacht krijgt. Ze hoort geregeld dat zwangeren niet weten dat een verloskundige of gynaecoloog kan proberen een kind in stuitligging te keren.
Van der Feen herkent zich in dat beeld. „In Amsterdam worden er veel kinderen gedraaid omdat we jaren geleden begonnen zijn dit aan te bieden aan alle vrouwen. Ik hoop dat overal in Nederland de uitwendige versie een mogelijkheid wordt.”