„Zie bezit als een gave, zorg dat je er niet aan vastzit”
UTRECHT. Problemen in de zorg, werkloosheid, dalende huizenprijzen, klimaatverandering: grote thema’s die bijna dagelijks het nieuws halen. En waarvoor soms geen oplossing voorhanden lijkt. Misschien helpt het om er eens door de bril van Franciscus van Assisi naar te kijken.
Dat is althans de insteek van dr. W. M. Speelman, directeur van het Franciscaans Studiecentrum (FSC) en docent spiritualiteit aan de Tilburg School of Catholic Theology, onderdeel van de universiteit van Tilburg. Hij gaf donderdagavond in Utrecht een open college over de vraag: „Kunnen we tegenwoordig rijk leven zonder bezit?” Een verwijzing naar Franciscus (1181-1226), grondlegger van de kloosterorde van de franciscanen, ook wel minderbroeders genoemd. Hij deed afstand van alles wat hij had.
Het FSC wil verbinding leggen tussen de franciscaanse spiritualiteit en maatschappelijke vraagstukken. „Wat kunnen wij voor de samenleving betekenen?” aldus Speelman. Veel, hoopt hij. Het denken van Franciscus is namelijk heel goed toepasbaar op tal van actuele thema’s.
Protocol
De zorg bijvoorbeeld. Speelman deed op verzoek van een aantal fysiotherapeuten onderzoek onder cliënten. Een vrouw gaf als reactie dat ze het vervelend had gevonden dat niemand haar na haar knieoperatie gevraagd had wat ze eigenlijk zelf wilde. Toen Speelman dit met de fysiotherapeuten besprak, zeiden ze dat dat klopte. Dergelijke vragen worden niet gesteld. „We volgen gewoon het protocol.” Dan gaat er op een essentieel punt wel iets mis, aldus Speelman. „Je moet als gezondheidsinstelling naast een patiënt gaan staan en er proberen achter te komen wat de eigenlijke nood is.” Zoals Franciscus dat deed bij de melaatsen bij wie hij verkeerde.
Delen
Het denken van Franciscus kan ook helpen om de juiste vragen te stellen. Speelman noemt als illustratie het thema duurzaamheid. „Bij mensen die hier veel van weten, ligt de focus altijd sterk op het bedenken van oplossingen. Er is een probleem, de oceaan zit vol plastic, daar moeten we wat aan doen.” Die oplossing is vaak technisch van aard. De achterliggende drijfveer: zorgen dat de aarde leefbaar blijft, „zodat onze kinderen het net zo goed hebben als wij.”
Speelman vraagt zich af of dat laatste wel per se het juiste doel is. En hij zou de vraag graag omdraaien. Niet zozeer zoeken naar oplossingen, maar kijken naar manieren om te zorgen dat mensen duurzamer gaan leven.
Hij haalt het promotieonderzoek aan van Martine Vonk, waarin ze aantoont dat religieuze gemeenschappen –de amish, de hernhutters, kloosterordes– er haast per definitie een duurzame levensstijl op na houden. In de eerste plaats omdat dingen met elkaar delen nu eenmaal een minder groot beslag legt op natuurlijke hulpbronnen. „Met anderen samen leven is altijd duurzamer.” Maar nog belangrijker is dat mensen in dergelijke groepen vaak ook bepaalde waarden met elkaar delen. Gemeenschapszin en broederschap, bijvoorbeeld, waardoor bezit als gave wordt ervaren.
Tuin
Een les die je daarvan zou kunnen leren: leef meer met anderen, heb contact met mensen. Al staat dat haaks op de maatschappelijke ontwikkeling waarbij steeds meer mensen juist alleen wonen.
Wat duurzaam leven betreft is het belangrijk om dicht bij jezelf te beginnen. Speelman noemt de tuin als voorbeeld. Je zit erin, je loopt erdoor, je kijkt ernaar en als je een moestuin hebt, eet je er zelfs van. „Veel mensen zullen er alles aan doen om te voorkomen dat hun tuin in verval raakt. Want zo’n verwaarloosde tuin voelt gewoon niet goed. Zo zou je ook met de natuur om moeten gaan. Daar ligt het begin van een duurzamer leven.”
Al deed Franciscus zelf afstand van al zijn bezittingen, dat wil niet zeggen dat hij vond dat iedereen dat maar moest doen. Juist niet, denkt Speelman. Alles wat je hebt weggegeven, kan ook een manier zijn om verantwoordelijkheden –bijvoorbeeld ten opzichte van je gezin– te ontlopen.
Genieten
Het is de kunst om met je bezit te leven alsof je geen bezit hebt. „Geniet van de dingen om je heen, maar niet omdat je ze per se wilt hebben.” Hij wijst naar een kamerhoog schilderij in de zaal waar het college plaatsvindt. „Als ik zoiets in huis zou hebben, zou ik er helemaal niet van kunnen genieten. Ik zou alleen maar bang zijn om het te verliezen.” Want dat is uiteindelijk het lot van alles wat een mens kan bezitten. Het gaat teloor. Speelmans devies: „Zie bezit als een gave. Je hebt het van iemand (of van Iemand, GB) ontvangen. Geef het door, geef het terug, zorg dat je er niet aan vastzit.”
Dat is iets wat je moet leren. Speelman noemt het voorbeeld van een kind dat voor zijn verjaardag een bal krijgt, maar die vervolgens krampachtig onder zijn arm vasthoudt. Daar heb je dus niets aan. Een bal is pas leuk als je hem naar iemand anders gooit of rolt. „Als je een bal alleen maar als bezit beschouwt, is het spel snel afgelopen.”