Opinie

Commentaar: Lerareneed beter vervangen door afleggen belofte

De opleiding leraar basisonderwijs van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) voert dit jaar een lerareneed in bij het afsluiten van de opleiding. De afstuderenden beloven daarbij hun vak professioneel en integer uit te oefenen.

Hoofdredactioneel commentaar
3 February 2015 15:07Gewijzigd op 15 November 2020 16:23
Het gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede. beeld ArjanH, Wikimedia
Het gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede. beeld ArjanH, Wikimedia

De gedachte achter dit idee is zeker sympathiek. Onderwijs geven aan kinderen is niet zomaar iets. Aan leerkrachten is door ouders de zorg en vorming van hun kinderen toebetrouwd. Docenten gaan om met kinderzielen en zetten daar een belangrijk stempel op. Dat dit werk met de grootste zorg, maximale inzet en gewetensvol moet gebeuren, behoeft geen betoog. Ouders moeten daarop aan kunnen.

Dat er dus gezocht wordt naar waarborgen is alleszins verklaarbaar. Dit geldt temeer omdat het gevaar niet denkbeeldig is dat onderwijs geven door allerlei factoren een soort productiebedrijf wordt. De papieren rompslomp is één oorzaak. Een tweede is dat toezichthoudende instanties vooral prestaties willen zien. Die worden dan veelal uitgedrukt in scores op het gebied van examens en schooluitval. Dat zijn ongetwijfeld belangrijke aspecten van het onderwijs. Maar ze dragen ook een risico in zich. Het moet in het onderwijs gaan om de opleiding, de vorming en het belang van het totale kind.

Dat zal een leerkracht in het oog moeten houden. Dat vraagt toewijding. De gedachte achter het idee van een lerareneed is daarom positief te waarderen. Dat aanstaande leerkrachten beloven zich maximaal in te zetten, al hun gaven te gebruiken ten dienste van het onderwijs en integer te handelen, daar kan niemand bezwaar tegen hebben.

Toch zijn er ook kanttekeningen te maken. In ieder geval werkt de term lerareneed verwarrend. Bij een eed roept men God als getuige. Gebeurt dat hier ook? En wat als mensen hun eed niet nakomen? Is er dan een bevoegde instantie die hen daarop aanspreekt, of –ingrijpender– beschuldigt van meineed en maatregelen neemt?

Het invoeren van een eed voordat men een beroep gaat uitoefenen is op zichzelf niet verkeerd. Artsen en advocaten moeten dat bijvoorbeeld ook doen. Maar wanneer dit ook gaat gelden voor allerlei andere beroepsgroepen, is er het risico dat de eed in betekenis gaat devalueren.

In de Bijbel wordt gewaarschuwd om niet te gemakkelijk een eed te zweren. Dat houdt niet alleen in dat lichtvaardig te doen, maar het mag ook niet onnodig gebeuren. De Heere Jezus Zelf zegt in de Bergrede: „Maar laat zijn uw woord ja ja; neen, neen” (Mattheüs 5:37). De Heidelbergse Catechismus leert dat het zweren van een eed is toegestaan als de overheid dat vraagt of de nood het vordert.

De lerareneed is een initiatief van de CHE. Dat is geen overheid en van een noodsituatie is geen sprake. Ook dat zijn redenen om de term als zodanig te vermijden.

Blijft natuurlijk dat de gedachte achter dit idee positief is. Van aanstaande leerkrachten mag gevraagd worden hun beroep zo getrouw als de engelen in de hemel uit te oefenen. Als ze dat bij hun afstuderen in een belofte uitspreken, is dat te waarderen. Daarop zijn ze dan ook aanspreekbaar. Hun ja zij ja.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer