Het kabinet beantwoordde dinsdag een reeks vragen van de Tweede Kamer over MH17. Daaruit blijkt onder meer dat er tussen de Nederlandse overheid en vliegmaatschappijen tussen april en juli geen overleg is geweest over de veiligheid van het luchtruim boven het oosten van Oekraïne.

Op 17 juli werd vlucht MH17 uit de lucht geschoten boven Oost-Oekraïne. Daarbij kwamen 298 mensen om onder wie 196 Nederlanders. CDA’er Pieter Omtzigt wil onder meer weten wie toestemming gaf voor de vluchtroute van MH17. Ook wil hij een tussenrapportage van de Onderzoeksraad voor Veiligheid waarin de vraag is onderzocht waarom voor de bewuste vliegroute is gekozen, terwijl een aantal maatschappijen waaronder British Airways en Korean Air omvlogen.

Voor de ramp met het toestel van Malaysia Airlines werd al een reeks vliegtuigen en helikopters in Oost-Oekraïne neergehaald. „Was dat niet voldoende waarschuwing om in overleg te treden met de luchtvaartautoriteiten”, vraagt Sjoerdsma zich af.

Drie dagen voor de ramp werden in Kiev op het ministerie van Buitenlandse Zaken buitenlandse diplomaten bijgepraat over de oorlog in het oosten. Dat verslag dat de aanwezige Nederlandse diplomaat maakte blijft geheim, meldde het kabinet. Omtzigt vindt dat de Kamer die toch moet krijgen.