Dekkingsgraad pensioenfondsen fors achteruit
ROTTERDAM (ANP). De Nederlandse pensioenfondsen hebben hun financiële positie afgelopen maand flink zien verslechteren. De gemiddelde dekkingsgraad van de fondsen daalde in januari van 108 naar 103 procent. Daarmee bevindt deze zich onder de grens die vereist is om een dekkingstekort te voorkomen, meldde onderzoeksbureau Aon Hewitt maandag.
De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre fondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De sterke daling komt voornamelijk door een nieuwe rekenmethodiek die vanaf 1 januari geldt. De pensioenfondsen mogen bij het berekenen van hun financiële situatie niet meer uitgaan van een driemaandsmiddeling van de rente.
De terugval betekent niet automatisch dat er fondsen moeten gaan korten. Volgens de nieuwe regels moet daarvoor voortaan worden gekeken naar de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden. Deze staat per eind januari op 109 procent.
In januari behaalden de fondsen wel hoge rendementen op beleggingen. Op de totale portefeuille gaat het om een verbetering van 5,6 procent. Maar door de gedaalde marktrente is de waarde van de pensioenverplichtingen tegelijkertijd met meer dan 10 procent gestegen. Dit zorgde ervoor dat de dekkingsgraad omlaagging.
Ouderenorganisaties KNVG en NVOG klaagden vorige week dat zij het onrechtvaardig vinden dat pensioenfondsen bij het berekenen van hun financiële gezondheid moeten kijken naar de hoogte van de rentestand. De rente wordt de laatste tijd kunstmatig laag gehouden door de Europese Centrale Bank (ECB), met als gevolg dat pensioenfondsen grote winsten boeken op de aandelenmarkten, maar volgens de regels toch onvoldoende geld in kas hebben om op de lange termijn de pensioenen te kunnen betalen.