Volgens een woordvoerster van de Internationale Unie van Baptistenkerken, die kantoor houdt in Moskou, lijken de incidenten het gevolg van de Wit-Russische godsdienstwet die in 2002 van kracht werd. Deze strenge wet verbiedt elke niet-geregistreerde godsdienstige activiteit.

Op 5 december, zo werd vorige week bekend, kreeg de baptistenvoorganger Viktor Yevtyukhov een boete opgelegd van 82.500 Wit-Russische roebel (zo’n 35 euro) voor het leiden van een niet-geregistreerde gemeente in het dorp Zamoshye. Een gemiddeld maandsalaris in Wit-Rusland bedraagt omgerekend 102 euro.

Oleg Kurnosov, voorganger in de stad Dubrovno, kreeg op 23 december een boete van 16.500 roebel (7 euro). Kurnosov leidde op 21 november een dienst in zijn woning toen een plaatselijke politieofficier langskwam. Deze verzocht hem het bord ”Gebedshuis” aan de buitenmuur te verwijderen. Kurnosov weigerde dat echter. Volgens hem diende het bord slechts als uitnodiging voor hen die de diensten wensten te bezoeken.

Eerder vorig jaar, op 21 april, werd de voorganger Konstantin Yeremeyev beboet. Hij diende 25.000 roebel (10 euro) te betalen voor het feit dat hij zijn gemeente niet had laten registreren.

De Internationale Unie van Baptistenkerken, opgericht in 1961, staat een strikte scheiding van kerk en staat voor. Geen van de 3705 gemeenten in de voormalige Sovjet-Unie die op dit moment bij haar zijn aangesloten, is om die reden geregistreerd.

Nikolai Stepanenko, betrokken bij het staatscomité voor religieuze en etnische zaken, gevestigd in Minsk, bevestigt dat de niet-geregistreerde activiteiten van de unie illegaal zijn. „Ik heb geprobeerd hierover met hen te praten, maar ze doen het al zo’n dertig jaar op deze manier”, klaagde hij tegenover Forum 18.

Volgens het staatscomité telt Wit-Rusland 29 gemeenten die zijn aangesloten bij de unie. De overige gemeenten bestaan officieel niet.