Binnenland

„Het mes moet in de starre regels”

Minister Zalm (Financiën) komt nog dit voorjaar met „een telefoonboek” vol overbodige en tegenstrijdige overheidsregels die zo snel mogelijk geschrapt moeten worden. „Prachtig”, reageert VVD-kamerlid Aptroot, „en ik ga kijken of ik er nog iets bij kan doen.” Minder enthousiast is zijn GroenLinks-collega Vendrik: „Die regels zijn er toch niet voor niets?”

Peter van Olst
3 February 2004 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 00:56
DEN HAAG – Verlichting van de administratieve lastendruk van het bedrijfsleven staat hoog op de politieke agenda. Deze week wordt overleg gevoerd om het aantal regels in de sociale zekerheid, de ruimtelijke ordening en het milieubeleid terug te dringen.
DEN HAAG – Verlichting van de administratieve lastendruk van het bedrijfsleven staat hoog op de politieke agenda. Deze week wordt overleg gevoerd om het aantal regels in de sociale zekerheid, de ruimtelijke ordening en het milieubeleid terug te dringen.

Nederland is zo dichtgeregeld dat ondernemers geen kant meer uit kunnen. Die veelgehoorde klacht motiveerde het paarse kabinet al tot het agenderen van de zogeheten administratieve lastendruk. Waar het toen nog voornamelijk bleef bij mooie woorden, wil het kabinet-Balkenende nu echt doorstoten. De lastendruk voor bedrijven moet met maar liefst 25 procent worden teruggedrongen.

Geen sinecure, want de helft van al die lastige regels komt rechtstreeks uit Europa. „Goed dat Zalm ook daar probeert de handen op elkaar te krijgen”, aldus VVD-kamerlid Aptroot. „Maar als Europa niets doet, moeten we hier dus 50 procent van de regels afschaffen.” Of dat zomaar kan? „Het moet. Als het 24 procent wordt, oké, jammer, maar geen ramp. Maar we kunnen niet nog eens met een paar procent tevreden zijn.”

Niet geheel toevallig is Aptroot in de Kamer de belangrijkste vertolker van deze boodschap. Als voormalig werkgever weet hij smakelijke voorbeelden op te dissen. Werknemers die niet zo vroeg mochten beginnen als ze zelf graag wilden. De bakker die z’n broodjes op de toonbank al na twee uur moet vernietigen. De winkelier die van de brandweer een nooduitgang moet maken, maar dat van de gemeente niet mag omdat hij in een monumentaal pand zit. De cafébaas die in het kader van de hygiëne een gladde vloer moet hebben, maar van de Arbo een stroeve vloer voorgeschreven krijgt.

„De ondernemers worden dol van al die stomme en starre regels”, zegt Aptroot. „Het is toch flauwekul dat alles continu geadministreerd moet worden? In familiebedrijven kom je mensen tegen die zeggen: Dit wil ik mijn kinderen niet meer aandoen. Als horecaondernemer heb je in dit land 27 ontheffingen nodig. Vind je het gek dat de Nederlandse economie achterblijft, mede door het gebrek aan startende bedrijven?”

Wat Aptroot betreft, gaat het mes er flink in. „We maken een principiële keus voor het Belgische model: de overheid mag bij ondernemers nog maar één keer dezelfde informatie, bijvoorbeeld de loonadministratie, opvragen. Verder gaan we met het uitvoeren van Europese regels geen stap verder dan wordt geëist.

CAO’s verklaren we niet meer verbindend als ze te betuttelend zijn. En al die regels over voedselveiligheid brengen we terug naar één basisnorm: alle voedsel dat aan de consument aangeboden wordt, moet veilig zijn.”

Aptroot kan rekenen op steun van de PvdA-fractie, zegt het sociaal-democratische kamerlid Pauline Smeets. „Die doelstelling om de administratieve lasten met 25 procent terug te dringen, deel ik absoluut”, zegt ze. „We zijn daar in het paarse kabinet zelf al mee begonnen. Maar daardoor weten we ook hoe moeilijk het is. Ik steun het kabinet, maar ik heb er een zwaar hoofd in. Als oppositiepoliticus volg ik ze in elk geval kritisch.”

Probleem is volgens Smeets dat er door mensen als Zalm en Aptroot „te stoer” wordt gedaan. „De ministeries in Den Haag moesten voor het einde van vorig jaar komen met een nulmeting. Nu blijkt dat een aantal ministeries daar nog niet eens aan toegekomen is. Verder blijkt de lastendruk in geld ineens 17 miljard euro te bedragen, terwijl eerder uitgegaan was van zo’n 13 miljard. Terwijl het kabinet al acht maanden aan de gang is. Dat is allemaal zeer verontrustend.”

GroenLinks-kamerlid Vendrik heeft meer moeite met de visie van Aptroot. „Natuurlijk, als er praktische problemen moeten worden opgelost, doe ik mee, dan sta ik zelfs vooraan. Waar de regels versimpeld kunnen worden, moet je het direct doen. Dat behoort tot het normale onderhoud van de overheid. Probleem is alleen dat ze er nu zo’n grote ideologische operatie van maken. Ze schieten door.”

„Wat vaak vergeten wordt”, aldus Vendrik, „is dat al die regels er niet voor niets zijn. Ze zijn in het leven geroepen om problemen op te lossen, om conflicten te beslechten. Er is geen sprake van dat allerlei ambtenaren al die jaren niets liever hebben gedaan dan onzinnige regeltjes op te stellen. Dat is een grove onderschatting van die ambtenaren. En je moet dus ook niet denken dat de problemen opgelost zijn als je nou maar een hoop regels afschaft.”

Dat laatste wordt door Aptroot echter weersproken. „Ooit zal die bedoeling er geweest zijn. Maar nu zitten we met zo veel regels dat men ze niet eens meer kan houden. We zeggen in dit land dat iedere burger de wet moet kennen. Wie lukt dat nog?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer