Dat concludeert onderzoeker Piet Minderhoud uit het Zeeuwse Westkapelle.

Mensen uit de regio Staphorst-Rouveen lopen nog het vaakst in klederdracht, gevolgd door de inwoners van Bunschoten-Spakenburg en van Walcheren.

Minderhoud baseert zich op tellingen in de twaalf laatste steden en regio’s waar sommige inwoners zich nog steeds in traditionele kledij hullen. Volgens die cijfers bleken in het gebied Staphorst-Rouveen nog altijd 725 vrouwen en 10 mannen dagelijks de officiële klederdracht te dragen. De jongste van hen was een meisje van 9 jaar.

De onderzoeker verwacht dat mannen in klederdracht, gezien hun kleine aantal en hun leeftijden, binnen enkele jaren definitief uit het straatbeeld verdwijnen. In heel Nederland waren er vorig jaar november nog ongeveer negentien heren die elke dag hun traditionele uitrusting aantrokken. Tien van hen woonden in Staphorst-Rouveen, acht in Urk en een in Volendam.

Minderhoud vermoedt dat de vrouwen de traditie langer doorzetten omdat ze met meer zijn. Volgens de tellingen zijn er nog altijd ruim 1650 dames die zelfs in de zomer de warme klederdracht dragen.