Israël plaatst schokkende beelden van bomaanslag op internet
Meer dan een half miljoen mensen hebben de schokkende beelden van een terreuraanslag bekeken die het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken op zijn website heeft geplaatst. De video is gemaakt nadat een Palestijnse zelfmoordterrorist zich donderdag opblies in een bus van lijn 19 toen deze door de Gazastraat in Jeruzalem reed.
Woordvoerder David Saranga zegt dat er twee redenen zijn waarom het ministerie de schokkende beelden juist nu op internet zet. „In de afgelopen drie jaar kostte het Israël moeite deze beelden aan de wereld te tonen omdat veel televisiekanalen de tragedie aan Israëlische zijde niet willen laten zien. Op deze manier omzeilen we die media. Ze wilden die beelden niet tonen omdat ze een andere agenda hebben.”
De tweede reden is het publiek te overtuigen van het noodzaak van de bouw van een barrière tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Dit stelsel van hekken en muren komt ter sprake bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. „Het is belangrijk te tonen wat de reden is voor de aanleg van het hekwerk. Dat is terrorisme. We willen het publiek laten weten hoezeer wij lijden en waarom we tot de conclusie zijn gekomen dat we ons alleen door de aanleg van het hekwerk kunnen beschermen.”
Internetters worden voordat ze de video starten gewaarschuwd dat ze schokkend materiaal te zien zullen krijgen. Het ministerie adviseert evenwel allen die tegen de afscheiding zijn, naar de gruwelijke beelden te kijken. „Het antiterreurhekwerk had dit bloedbad kunnen voorkomen”, aldus de website. Het betreft beelden die televisiestations -ook de Israëlische- om ethische redenen normaal gesproken niet tonen.
De video is de laatste zet van Israël in de informatieoorlog met de Palestijnen. Het ministerie overwoog al langer vermoorde of verminkte slachtoffers te laten zien, maar het was daarin tegelijkertijd terughoudend in verband met de gevoelens van de nabestaanden.
Dr. Dore Gold, een adviseur van premier Ariel Sharon, denkt dat velen in het Westen niet in staat zijn onderscheid te maken tussen degenen die aanvallen en degenen die zich verdedigen. Ze menen dat bij conflicten in Bosnië en Rwanda beide partijen een lange traditie hebben van elkaar uit te moorden. Het publiek zou niet meer goed meer kunnen beoordelen of iets terrorisme of terrorismebestrijding is. „Bij het debat over het hekwerk zijn de mensen geneigd het hekwerk het probleem te noemen, maar ze vergeten dat het terrorisme al voor die tijd bestond. Het terrorisme creëerde het hekwerk, en niet andersom.”
Gold stelt dat het acceptabel is dat het ministerie van Buitenlandse Zaken het materiaal toont zolang het kijkers waarschuwt dat wat ze te zien krijgen „heel schokkend” is. In de informatiestrijd tussen Israël en de Palestijnen worden nu eenmaal niet alleen woorden, maar ook beelden gebruikt.
Volgens Gold zijn de afgelopen tien jaar velen in de internationale pers de Palestijnen gaan zien als de underdog. Als gevolg daarvan zijn velen geneigd in hun verslaggeving over te hellen naar de Palestijnen, „ondanks de escalatie van terreuraanslagen tegen onschuldige Israëliërs.”
Het Israëlische pr-beleid wordt volgens Gold ook bemoeilijkt doordat de boodschap uit de Palestijnse gebieden vrijwel eensluidend is, terwijl Israël met vele stemmen spreekt. „De Palestijnen hebben een autoritaire samenleving onder Yasser Arafat. Daarom heeft iedereen in de politieke hoofdstroom vrijwel dezelfde boodschap. Aan Israëlische kant bestaat een democratie met een hele schakering aan meningen. Op de lange termijn horen de Europeanen één stem van de Palestijnen en vele van Israël. Ik heb liever een democratie en slechte public relations, maar het is een feit dat in een strijd tussen een democratie en een totalitair regime, een totalitair regime een zeker voordeel heeft.”
Gideon Meir, vice-directeur-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken, zei voordat de video gepubliceerd werd dat het zwakke punt van Israël in de informatiestrijd op het gebied van de beelden ligt. „Als je een bulldozer ziet die in de richting van kinderen schuift, zoals helaas soms gebeurt, verliest Israël. Wanneer je soldaten ziet die bij een controlepunt een zwangere vrouw mishandelen omdat ze zelf bang zijn, verliezen we. Het probleem is dat we verliezen op het gebied van de uitzonderingen, niet op het gebied van de regel.”
Het grootste probleem is volgens hem dat in de berichtgeving vaak de context ontbreekt. Soms worden volgens hem de zaken voorgesteld alsof er geen terrorisme bestaat. „Europa zegt ons dat wij het recht hebben onszelf te verdedigen. Maar als puntje bij paaltje komt, heeft het op alles wat we doen kritiek”, zegt Meir. Europa bekritiseerde het doelgericht doden van terroristen, de invallen van het leger in de Palestijnse gebieden en nu de aanleg van het hekwerk. „Voormalig premier Ehud Barak zegt terecht dat we 900 redenen hebben om het hekwerk te bouwen. Deze liggen allen begraven op de begraafplaatsen in Israël. Het hekwerk kun je weer terugdraaien, maar mensenlevens niet.”
Meir denkt dat de pogingen die Israël onderneemt om de publieke opinie te beïnvloeden, succes zullen hebben. Belangrijk ook zijn de persoonlijke contacten die Israëlische politici en diplomaten hebben met figuren wereldwijd die invloed uitoefenen op de publieke opinie. Op de afdeling voorlichting van het ministerie van Buitenlandse Zaken werken 38 mensen. De afdeling heeft een budget van 9 miljoen dollar (ruim 7 miljoen euro) per jaar.