’Pakistaanse nucleair geleerde bekent lekken geheimen’
De Pakistaanse wetenschapper Abdul Qadeer Khan en vier anderen hebben bekend tussen 1986 en 1993 nucleaire geheimen te hebben gelekt aan Iran, Libië en Noord–Korea. Dat heeft een Pakistaanse functionaris nauw betrokken bij het onderzoek van de regering naar de kwestie zondag tegen het Franse persbureau AFP gezegd.
Volgens de anonieme bron is inmiddels een elf pagina’s tellend rapport met de bekentenissen aan president Pervez Musharraf overhandigd. De Nationale Commando Autoriteit moet volgens de functionaris nu beslissen of er tegen Khan en de vier anderen gerechtelijke actie wordt ondernomen. President Musharraf is de voorzitter van dit orgaan.
De bron wist niet of Khan heeft toegegeven ontwerpen voor centrifuges voor het verrijken van uranium aan Libië en Iran te hebben geleverd. Eerder werd al bekend dat Khan niet langer adviseur van de premier is. Dat gebeurde om het „onderzoek te vergemakkelijken" naar mogelijke illegale export van nucleaire technologie, aldus een regeringswoordvoerder.
Islamabad stelde het onderzoek naar het lekken van nuclaeaire gegevens in nadat het informatie had ontvangen van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), de nucleaire waakhond van de VN. Het IAEA ontdekte tijdens onderzoek in Iran dat Pakistaanse kerngeleerden mogelijk informatie hadden doorgespeeld voor persoonlijk gewin.
Khan, die als vader van de Pakistaanse atoombom wordt beschouwd als een nationale held, is in verband hiermee al diverse malen aan de tand gevoeld. Hij is echter gedurende het onderzoek nog niet gearresteerd. Dit in tegenstelling tot andere wetenschappers die op verdenking van illegale export van nucleair materiaal wel achter de tralies zijn gezet.
Khan nam in de jaren zeventig technologie voor de verrijking van uranium met ultracentrifuges mee van het Almelose bedrijf Urenco. Dit zou de basis hebben gelegd voor de Pakistaanse atoombom. De Nederlandse ministers Bot (Buitenlandse Zaken) en Brinkhorst (Economische Zaken) schreven vorige week aan de Tweede Kamer dat die technologie behalve in Pakistan mogelijk ook in Iran en Noord–Korea is terechtgekomen.
De inmiddels 66–jarige Khan werd in 1976 directeur van Pakistans grootste uraniumverrijkingsfabriek, Khan Research Laboratories (KRL). In 2001 werd hij ontheven als directeur en werd hij door president Musharraf benoemd tot diens adviseur over nucleaire kwesties. In 2002 werd hij tot adviseur van de premier benoemd.