Opinie

Schepping ziet uit naar haar achtste dag

Het einde van het jaar doet uitzien naar de ‘achtste dag’, schrijft Ewald Mackay; de dag waarop de schepping –zeven dagen– wordt verlost tot Gods wonderbaar licht.

Ewald Mackay
31 December 2014 17:17Gewijzigd op 15 November 2020 15:34
beeld EPA
beeld EPA

In de periode van 175 tot 164 voor Christus regeerde Antiochus IV over het Griekse rijk der Seleuciden. Zijn bijnaam was ”Epiphanes” ofwel „hij die een goddelijke verschijning is.” Hij zag zichzelf als een goddelijke gestalte die een goddelijk wereldrijk zou stichten.

In de praktijk kwam het erop neer dat hij Israël wreed onderdrukte. Hij plunderde de tempel van Jeruzalem en offerde hier zelfs een varken op het altaar. Reden voor de Joden om zijn bijnaam ”Epiphanes” om te dopen tot ”Epimanes”, ofwel „de volstrekt gestoorde”: een passende bijnaam voor dergelijke gekken. Onder Juda de Maccabeeër wisten de Joden Antiochus te verdrijven.

In het jaar 164 voor Christus werd de tempel opnieuw ingewijd. De menora werd weer overeind gezet en men vond een kruikje met olie, zodat de kandelaar weer kon worden ontstoken met het licht Gods. Op wonderbaarlijke wijze raakte het kruikje –als bij de weduwe te Sarfat– acht dagen lang niet leeg.

Het chanoekafeest herinnert aan deze bijzondere gebeurtenis. De chanoekakandelaar heeft acht armen en een tegenoverstaande arm waarin zich het Godslicht bevindt. Deze acht armen verwijzen naar de acht dagen dat de kandelaar brandde.

Het getal acht is een zeer belangrijk getal. Het symboliseert de achtste dag van de schepping ofwel de herschepping. De oorspronkelijke schepping omvat zeven dagen. De achtste dag is de eerste dag van de herschepping en de verlossing. De achtste dag is daarom ook de dag waarop Joodse jongetjes worden besneden.

Octavianus

Na de Seleuciden kwamen al snel de Romeinen. Zij hadden ook goddelijke aspiraties. Na de stichting van de stad kwamen er al spoedig zeven koningen, van wie Tarquinius Superbus ofwel Tarquinius de Hoogmoedige (539-509 voor Christus) –alweer een bijnaam!– de bekendste is. Daarna volgden eeuwen van strijd en machtsvorming, die uitmondden in een bloeiende republiek. Deze republiek kwam tijdens Julius Caesar ten einde en Rome werd een keizerrijk.

Er was in die dagen een oud Romeins geslacht, de familie Octavia, en een illustere zoon van dit geslacht zou de nieuwe keizer worden: Octavianus. In zijn familie­naam schuilt het woord acht. Droeg deze familie de droom in zich om – na de zeven tarquinische koningen – een achtste koning aan Rome te schenken? Hoe dan ook, Octavianus kreeg net als Antiochus het idee dat met hem een nieuw wereldrijk zich baan brak: het Romeinse vrederijk, zoals wellicht reeds voorzegd in Vergilius’ Bucolica. Octavianus dacht dat hij een goddelijke verschijningsvorm was en noemde zichzelf ”Augustus” ofwel ”de Verhevene”. In zijn naam zit ook de betekenis van ”augur”, ofwel degene die de toekomst overziet. Uiteindelijk heeft onze achtste maand zijn naam gekregen: augustus.

In het eerste jaar van wat later de christelijke jaartelling is geworden, ging er een gebod uit van deze keizer Augustus. Iedereen moest naar zijn familiestad gaan om zich te laten inschrijven, waarschijnlijk om vervolgens een flinke belastingmaatregel te kunnen opleggen aan allen die op zijn lijst stonden. De keizer sprak en zijn wil was wet, en dus togen Maria en Jozef met het kindeke Jezus naar Bethlehem.

Achtste dag

Wat de keizer niet doorhad, was dat God de fiscale en politieke grootheidswaan van Augustus gebruikte voor een geheel ander doel. God Zelf zou uit den hoge neerdalen om in Christus mens te worden. De nederigheid van God is omgekeerd aan de grootheidswaan van Augustus. Gods bijnaam is ”Hij Die mens werd”. Het ging kerstfeest worden in Bethlehem.

Volgens het oude gebruik van de kerk, zoals dat nog waarneembaar is in de oude getijdenboeken en gebedenboeken, vormde het kerstfeest een octaaf. Het duurde van de dag van de geboorte van Christus tot en met Zijn besnijdenis op de achtste dag. Christus is ingegaan in de geschiedenis opdat Hij de schepping –de zeven dagen– die in duisternis was gekomen zou verlossen tot Zijn wonderbaar licht. Op de achtste dag is Hij besneden. Op de achtste dag is Hij opgestaan uit de doden. Daarom werden de vroegchristelijke dopelingen ook in een achthoekige doopvont gedoopt. De achtste dag is de eerste dag van de herschepping: de nieuwe dag, de eeuwige sabbat.

Het jaar 2014 AD loopt ten einde. Ook in onze tijd woedt de grootheidswaanzin alom. IS gelooft in een nieuwe islamitische dag: een eeuwig kalifaat van zuivere onderwerping. Wordt Poetin de nieuwe Stalin? Met ebola zal het wel meevallen, zo denken velen. We herdachten de Eerste Wereldoorlog, maar wat hebben we ervan geleerd? Bij ons in het Westen heerst onverminderd het verlangen naar een nieuwe economische vrede. Laten we niet meegaan in dit alles en laten we evenmin wanhopen. Mogen we te midden van de duisternis uitzien naar de nieuwe dag!

De auteur is historicus en filosoof. Hij is werkzaam als docent geschiedenis, cuma en filosofie aan Driestar hogeschool te Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer