Jaarlijks vijftien doden door anorexia
Jaarlijks overlijden in Nederland minstens vijftien anorexiapatiënten, op een totaal van 5600 mensen die lijden aan deze ziekte. Hiermee is anorexia nervosa een van de psychische stoornissen met de hoogste kans op vroegtijdige sterfte.
Dat blijkt uit het Jaarboek 2003 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid van het Trimbos-instituut, dat donderdag is gepresenteerd.
Van de ongeveer 5600 anorexiapatiënten in Nederland is ongeveer de helft onder behandeling. Het is nog niet precies duidelijk wat behandeling oplevert, want medicijnen werken niet en het effect van psychotherapie is bescheiden. Ongeveer de helft van de behandelde patiënten geneest niet en na tien jaar is een op de achttien overleden. Hierbij is anorexia nervosa zelf niet altijd de doodsoorzaak maar kan het ook zelfmoord of een hartstilstand zijn. Anorexia is dan meestal wel de indirecte oorzaak.
Het Trimbos-instituut heeft geen aanwijzingen dat de eetstoornis de laatste decennia steeds vaker voorkomt, zoals wel wordt gedacht.
In het jaarboek wordt ook gekeken naar ADHD. Naar schatting 60.000 tot 100.000 kinderen tussen de vier en zestien jaar lijden aan deze ziekelijke hyperactiviteit. Officieel komt het alleen bij kinderen voor, maar het wordt steeds duidelijker dat de ziekte bij een deel van de patiënten voortduurt tot in de volwassenheid.
Uit onderzoek blijkt dat bij driekwart van de kinderen medicijnen als Ritalin en Concerta de klachten aanzienlijk verminderen, al genezen ze niet. Als de kinderen stoppen met de medicijnen, komen de klachten snel terug. Voor alternatieve behandelingen zoals diëten is onvoldoende bewijs.