Commentaar: Westerse christenen onvoldoende doordrongen van effect vervolging
Vervolging als een bijzondere genade. Voor elk weldenkend mens is dat te dwaas om over na te denken. Niemand verlangt toch naar lijden, pijn, verdriet en misschien zelfs te moeten sterven? Een mens haakt immers naar het leven, naar gemak en comfort. Wie zegt dat verdrukking en vervolging een bijzondere genadegift zijn, heeft alle redelijkheid verloren.
Zo denkt de moderne mens erover. Zo denken ook vele christenen in het vrije, democratische Westen erover. Zij koesteren het aangename bestaan zonder veel problemen, waar de kerkgang, het gebed en het Bijbellezen een passende plaats in het dag- en weekprogramma hebben gekregen.
Dat laatste mag je overigens nog hopen. Want hoeveel christenen moeten niet erkennen dat de godsdienstige plichten wel een plekje, maar geen voorname plaats in de agenda hebben gekregen? Inderdaad het zijn plichten. Maar de grote vraag is of ze vervuld worden uit behoefte of uit gewoonte.
Voor christenen in landen als Noord-Korea, Sudan, delen van Irak, van Pakistan en van Nigeria is het vervullen van die plichten zo’n levensbehoefte dat ze er, als het nodig is, alles voor overhebben. Ze weten dat ze vanwege hun geloof het gevaar lopen te worden gediscrimineerd, gearresteerd, gemarteld en gedood. En toch, ze versagen niet. Ze kunnen niet anders.
In het achterliggende jaar is meer dan eens de vraag gesteld of zich in ons land een periode van verdrukking aandient. De kritische opmerkingen van libertijnse politici en moderne opinieleiders, de toenemende dwang van overheidswege om on-Bijbelse standpunten over te nemen –bijvoorbeeld op het gebied van homoseksualiteit– en de kritiek op de orthodox-christelijke opvoeding van kinderen geven voeding aan deze gedachte.
Vooropgesteld: deze signalen zijn er, maar wijzen nog niet op een situatie die vergelijkbaar is met die in genoemde landen. Laten we wel zijn, een kritisch geluid is iets heel anders dan daadwerkelijke discriminatie, arrestatie, marteling en terdoodveroordeling. Dat neemt niet weg dat waakzaamheid is geboden. De toenemende kritiek is wel een veeg teken.
Tegelijk is het maar de vraag waar de zorg bij christenen in ons land uit voorkomt. Is het omdat we bang zijn ons comfortabele leven kwijt te raken? Dat kan. Maar Bijbels gezien mag dat niet de voornaamste drijfveer zijn.
De Hongaars-gereformeerde predikant Ferenc Visky, die zelf jarenlang in Roemenië vanwege zijn geloof gevangenzat, noemde ooit het comfortabele leven van westerse christenen de grootste verleiding. „Het is satans slaapwieg”, zo was zijn harde oordeel.
Verdrukking en vervolging zijn niet iets om naar te verlangen. Dat zeker niet. Maar christenen in het Westen zouden zich weleens meer bezorgd mogen maken over hun eigen huidige positie dan over de mogelijke dreiging van vervolging. Juist in de grootste smarten en in het bangste gevaar is de Heere nabij. Dat heeft Hij bewezen in de geschiedenis, dat bewijst Hij ook nu nog in landen die zogenaamd gesloten zijn voor het Evangelie. Juist daar is Zijn presentie voelbaar.